zij betekenis in Engels
| Nederlands | Engels |
|---|---|
| dankbaar zijn voor werkwoord | appreciate [appreciated, appreciating, appreciates](to be grateful for something) |
| dankzij preposition | thanks to(because of) |
| de boog kan niet altijd gespannen zijn phrase | all work and no play makes Jack a dull boy(too much hard work) |
| de dingen die voorbij zijn substantief | bygone(A person or occurrence that took place in the past) |
| de moeite waard zijn bijvoeglijk naamwoord | worth it(worth doing) |
| de rapen zijn gaar phrase | goose is cooked(all hope is gone) |
| de zijne pronoun | his(that which belongs to him) its(that which belongs to it) |
| dertien in een dozijn bijvoeglijk naamwoord | dime a dozen(so common as to be practically worthless) |
| dichtsbijzijnde bijvoeglijk naamwoord | latter(close (or closer) to the present time) |
| dol zijn op werkwoord | dote [doted, doting, dotes](to be foolishly fond of) |
| dozijn substantief {n} | dozen [dozens](twelve) |
| duivelsdozijn substantief {n} | baker's dozen(group of thirteen) |
| een adder aan zijn borst koesteren werkwoord | nourish a viper in one's bosom(to do kind deeds rewarded with harm) |
| een stap voor zijn werkwoord | get a leg up(To gain some advantage; to get a head start.) |
| een vijs kwijt zijn werkwoord | have a screw loose(to be insane, irrational, or eccentric) |
| een vos verliest wel zijn haren phrase | a leopard cannot change its spots(one cannot change one's own nature) |
| een vos verliest zijn streken niet phrase | a leopard cannot change its spots(one cannot change one's own nature) |
| een zijn met substantief | flow [flows](being at one with) |
| eenzijdig bijvoeglijk naamwoord | unilateral(done by one side only) |
| eenzijdigheid substantief {f} | onesidedness(being onesided) |
| elders met zijn gedachten bijvoeglijk naamwoord | absent(inattentive) absent-minded(absent in mind) |
| elk nadeel heeft zijn voordeel phrase | every cloud has a silver lining(in every bad situation there is an element of good) |
| elk voordeel heeft zijn nadeel phrase | every silver lining has a cloud(every good situation has the potential to turn bad) |
| enerzijds preposition | on the one hand(from one point of view) |
| enig in zijn soort bijvoeglijk naamwoord | sui generis(in a class of its own) |
| er + any of the existence verbs zijn werkwoord | there be(to exist) |
| er zijn werkwoord | be thereverb there is(third-person singular simple present indicative form of there be) |
| er zijn phrase | there are(third-person plural present indicative of there be) |
| erbij zijn bijvoeglijk naamwoord | busted(caught in the act) |
| erkentelijk zijn werkwoord | acknowledge [acknowledged, acknowledging, acknowledges](to own with gratitude) |
| ertegen zijn werkwoord | object [objected, objecting, objects](disagree with something or someone) |
| gedaan zijn werkwoord | finish [finished, finishing, finishes](to come to an end) |
| geen nagel hebben om zijn gat mee af te krabben bijvoeglijk naamwoord | poor as a church mouse(very poor) |
| geleed zijn werkwoord | articulate [articulated, articulating, articulates](to hinge) |
| gelijk zijn werkwoord | be(used to indicate that the values on either side of an equation are the same) be like(be similar to something) |
| gelijk zijn aan werkwoord | equal [equalled, equalling, equals](be equal to) |
