Nederlands | Engels |
---|---|
afkomstig zijn van werkwoord | hail from(to be a native of) proceed [proceeded, proceeding, proceeds](come forth as a source or origin) |
afwezig zijn werkwoord | absentverb |
afzijdig bijvoeglijk naamwoord | neuter(neutral, neither one thing nor another) |
alleen de rozijnen uitpikken werkwoord | cherry-pick [cherry-picked, cherry-picking, cherry-picks](to select only the best from a range of options) |
ambrozijn substantief | ambrosia(food of gods or delicious foods) |
anders zijn substantief | alterity(otherness) |
anderszijn substantief {n} | otherness(quality) |
anderzijds preposition | on the other hand(from another point of view) |
angstig zijn werkwoord | dismay [dismayed, dismaying, dismays](to take dismay or fright) |
appelazijn substantief | apple cider vinegar(vinegar) |
appelciderazijn substantief | apple cider vinegar(vinegar) |
azijn substantief {m} | vinegar [vinegars](condiment) |
azijnzuur substantief {n} | acetic acid [acetic acids](clear colourless organic acid, CH3COOH) |
bakkersdozijn substantief {n} | baker's dozen(group of thirteen) |
bang zijn werkwoord | dread [dreaded, dreading, dreads](to fear greatly so./sth.) |
bedragen Zijn inkomen bedraagt 100.000 € werkwoord | aggregate [aggregated, aggregating, aggregates](To amount in the aggregate to) |
belangrijk zijn werkwoord | matter [mattered, mattering, matters](to be important) |
betekenisvol zijn werkwoord | make sense(be coherent) |
betrokken zijn werkwoord | enmesh [enmeshed, enmeshing, enmeshes](To involve in difficulties.) |
bevriend zijn met werkwoord | friend(to act as the friend of) |
bewolkt zijn werkwoord | overcast [overcasted, overcasted, overcasting, overcasts](to be or become cloudy) |
bewustzijn substantief | awareness [awarenesses](the state of consciousness) |
bewustzijn substantief {n} | cognizance(awareness) consciousness [consciousnesses](awareness) |
bewustzijnsverlies substantief | blackout [blackouts](a temporary loss of consciousness) |
bezorgd zijn werkwoord | worry [worried, worried, worrying, worries](be troubled) |
bij bewustzijn bijvoeglijk naamwoord | conscious(alert, awake) |
bij iemand zijn werkwoord | belong [belonged, belonging, belongs](be the guardian, spouse or partner of) |
bij leven en welzijn phrase | Lord willing and the creek don't rise(phrase) |
bij nacht zijn alle katten grauw phrase | all cats are grey in the dark(proverb) |
bladzijde substantief {c} | page [pages](one side of a leaf of a book) |
bladzijde substantief {f} | side [sides](surface of a sheet of paper) |
boontje komt om zijn loontje phrase | |
boven zijn niveau preposition | above one's paygrade(not suitable for one's rank) |
boven zijn stand leven werkwoord | |
bronstig zijn werkwoord | rut [rutted, rutting, ruts](to be in the annual rut) |
daar zij licht phrase | let there be lightphrase |
dan zie je zijn staart phrase | speak of the devil(expression used when a person mentioned in the current conversation happens to arrive) |
dank zij preposition | by dint of(by the force of; by means of, see also: by means of) |