Holland | Angol |
---|---|
bij preposition | about(in the immediate neighborhood of) by(near, or next to) chez(at/in the home of) near(in close proximity to) on(touching; hanging from) upon(at a prescribed point in time) with(in the company of) |
bij bijwoord | near(at or towards a position close in space or time) next(In a time, place or sequence closest or following) |
bij substantief {f} | honey beenoun |
bij- bijvoeglijk naamwoord | collateral(aside from the main subject, target) |
bij afwezigheid preposition | in absentia(while not present) |
bij benadering bijvoeglijk naamwoord | approximate(near correctness; nearly exact; not perfectly accurate;) odd [odder, oddest](about) |
bij bewustzijn bijvoeglijk naamwoord | conscious(alert, awake) |
bij de beesten af bijvoeglijk naamwoord | insufferable(not sufferable, see also: intolerable) |
bij de Gratie Gods preposition | by the Grace of God(By divine right) |
bij de hand bijvoeglijk naamwoord | handy [handier, handiest](within reach) |
bij de haren getrokken bijvoeglijk naamwoord | contrived(unnatural, forced) |
bij de konijnen af bijvoeglijk naamwoord | insufferable(not sufferable, see also: intolerable) |
bij de lurven pakken werkwoord | bust [busted, busting, busts]((slang) to arrest for a crime) |
bij de vleet preposition | in spades(to excess) |
bij de vleet bijvoeglijk naamwoord | copious(having an abundant supply) |
bij elkaar bijwoord | together(into one place) |
bij elkaar doen werkwoord | lump [lumped, lumping, lumps](to treat as single unit) |
bij het nekvel grijpen werkwoord | collar [collared, collaring, collars](to grab or seize by collar or neck) |
bij iemand zijn werkwoord | belong [belonged, belonging, belongs](be the guardian, spouse or partner of) |
bij leven en welzijn phrase | Lord willing and the creek don't rise(phrase) |
bij mekaar praten werkwoord | anchor [anchored, anchoring, anchors](to perform as a TV anchorman) |
bij mijn weten preposition | to one's knowledgepreposition |
bij nacht zijn alle katten grauw phrase | all cats are grey in the dark(proverb) |
bij uitbreiding preposition | by extension(broadly) |
bij uitstek bijvoeglijk naamwoord | par excellence(being a quintessential example of a general type) |
bij verstek preposition | in absentia(while not present) |
bij voorbaat bijwoord | beforehand(at an earlier time) |
bij voorbaat dank interjection | thanks in advanceinterjection |
bij wijze van spreken preposition | in a manner of speaking(as it were, figuratively speaking, in a manner, in a way, in a certain respect) |
bijbal substantief | epididymis [epididymides](tube) |
bijbehorende matrix substantief {f} | associative array(An array-like data structure) |
bijbel substantief | bible(comprehensive manual) |