Holland | Angol |
---|---|
land in zicht interjection | land ahoy(interjection shouted by the ship's watch) |
laten inslapen werkwoord | destroy [destroyed, destroying, destroys](to put down or euthanize (e.g. an animal)) |
licht in het hoofd bijvoeglijk naamwoord | light-headed(feeling faint) |
lijk in de kast substantief {n} | skeleton in the cupboard(shameful secret) |
men mag een gegeven paard niet in de bek zien phrase | beggars can't be choosers(when resources are limited, one must accept even substandard gifts) |
met algemene instemming substantief | acclamation(election of a standby) |
met de deur in huis vallen werkwoord | cut to the chase(to get to the point) |
met een forse beweging de hoogte ingaan werkwoord | swoop [swooped, swooping, swoops]verb |
met een gouden lepel in de mond geboren bijvoeglijk naamwoord | born with a silver spoon in one's mouth(born rich or in a wealthy family) |
met inbegrip van preposition | including(Such as, among which) |
met ingehouden adem preposition | with bated breath(eagerly) |
met je hoofd in de wolken zitten phrase | head in the cloudsphrase |
met was insmeren werkwoord | wax [waxed, waxing, waxes](apply wax to) |
mijns inziens preposition | in my opinion(according to me) |
morgenstond heeft goud in de mond phrase | the early bird gets the worm(whoever arrives first has the best chance of success) |
naald in een hooiberg substantief | needle in a haystack(idiomatic) |
Nederlands-Indië eigennam {n} | Dutch East Indies(a former Dutch colony in modern-day Indonesia) |
Nederlands-Oost-Indië eigennam {n} | Dutch East Indies(a former Dutch colony in modern-day Indonesia) |
niet + infinitive werkwoord | don't(do not) |
niet in overeenstemming substantief | disagreement [disagreements](a condition of not agreeing or concurring) |
niet in staat bijvoeglijk naamwoord | unable(not able) |
niet intentioneel bijvoeglijk naamwoord | involuntary(without intention; unintentional) |
nieuw leven inblazen werkwoord | revive [revived, reviving, revives](to recover from a state of neglect) |
nog in leven preposition | above ground(figuratively: not dead and buried; alive) |
nominalization of the infinitive {f} | -ing(act of doing something) |
Not used in Dutch werkwoord | do [did, done, doing, does](in questions) |
Noun compound through infixes: -s--e--en- preposition | of(linking class with example of class) |
obsidionaal; in compounds: beleger- bijvoeglijk naamwoord | obsidional(pertaining to a siege) |
onder de indruk bijvoeglijk naamwoord | impressive(capable of being impressed) |
onder invloed van alcohol bijwoord | under the influence(intoxicated) |
ongewenste intimiteiten substantief {f} | sexual harassmentnoun |
onrechtstreeks; indirect bijvoeglijk naamwoord | indirect(not direct) |
oog in oog bijwoord | face to face(in person) |
oog in oog staan met werkwoord | encounter [encountered, encountering, encounters](confront (someone or something)) |
Oost-Indië eigennam {n} | East Indies(Southeast Asia) |
op/een ontdekkingsreis gaan naar/maken in werkwoord | explore [explored, exploring, explores](to travel somewhere in search of discovery) |
opnieuw invoeren werkwoord | reenter((computing) to enter again) |
opsluiten in een kooi werkwoord | cage [caged, caging, cages](to put into a cage) |
or use auxiliary hebben with inversion and maar phrase | I wish(I would very much like that to be so) |
or use auxiliary hebben with inversion and maar voegwoord | if only(signifies a wish) |