Nederlands | Engels |
---|---|
klaar bijvoeglijk naamwoord | apparent(visible) articulate(clear, effective) clear [clearer, clearest](transparent in colour) done(In a state of having completed or finished an activity) perspicuous(clearly expressed) pure [purer, purest](free of foreign material or pollutants) ready [readier, readiest](prepared for immediate action or use) up(ready, willing) |
klaar phrase | on your mark, get set, go(three-command start of racing) |
klaar bijwoord | clearly((modal) without a doubt, obviously) |
klaar is Kees phrase | Bob's your uncle(desirable conclusion is reached) |
klaar om aan te vallen substantief | offensive [offensives](posture of attack) |
klaar zijn werkwoord | do [did, done, doing, does]verb |
klaarblijkelijk bijvoeglijk naamwoord | apparent(seeming) ostensible(meant for open display; apparent) |
klaarblijkelijk bijwoord | evidently(obviously) |
klaarheid substantief {f} | clarity [clarities](the state or measure of being clear) lucidness(property of being lucid) |
klaarkomen werkwoord | cum(slang: have an orgasm; ejaculate) orgasm(to have an orgasm) |
klaarkomen substantief {n} | orgasm [orgasms](the peak of sexual pleasure) |
klaarliggen werkwoord | await [awaited, awaiting, awaits](transitive: to be in store for) |
klaarmaken werkwoord | prepare [prepared, preparing, prepares](to make ready for a specific future purpose) |
klaarover substantief | lollipop man(a male school crossing attendant, see also: lollipop lady; crossing guard; school crossing attendant) |
Klaartje eigennam | Clara(cognates and transliterations of the name Clara) |
klaarzetten werkwoord | set up(to ready something for use) |
klaarzetten bijvoeglijk naamwoord | set up(in a position to function) |
gevechtsklaar bijvoeglijk naamwoord | embattled(prepared or armed for battle) |
in klaarlichte dag preposition | above ground(existing within or produced by the establishment) |
kant en klaar bijvoeglijk naamwoord | ready-made(made in advance) |
kant-en-klaar bijvoeglijk naamwoord | instant(quickly prepared) turnkey(ready to use without further assembly) |
klinkklaar bijvoeglijk naamwoord | blatant(obvious, on show) pure [purer, purest](free of foreign material or pollutants) |
onklaar bijvoeglijk naamwoord | disabled(made incapable of use or action) |
onverklaarbaar bijvoeglijk naamwoord | inexplicable(impossible to explain) insoluble(not explainable) unaccountable(Inexplicable) |
onverklaarbaar bijwoord | inexplicably(in an inexplicable manner) |
onverklaard bijvoeglijk naamwoord | unexplained(not explained) |