Engels-Nederlands woordenboek »

await betekenis in Nederlands

EngelsNederlands
await [awaited, awaiting, awaits] (to serve)
verb
[UK: ə.ˈweɪt]
[US: ə.ˈweɪt]

bedienenwerkwoord

dienenwerkwoord

await [awaited, awaiting, awaits] (transitive: to be in store for)
verb
[UK: ə.ˈweɪt]
[US: ə.ˈweɪt]

klaarliggenwerkwoord

liggen te wachtenwerkwoord

await [awaited, awaiting, awaits] (transitive: to wait for)
verb
[UK: ə.ˈweɪt]
[US: ə.ˈweɪt]

afwachtenwerkwoord

verwachtenwerkwoord

wachten opwerkwoord