Holland-Német szótár »

wat németül

HollandNémet
waterpas substantief

die Libelle [der Libelle; die Libellen]Substantiv

die Wasserwaage [der Wasserwaage; die Wasserwaagen]Substantiv

waterpas bijvoeglijk naamwoord

horizontalAdjektiv

waterpas o
Seewesen

das Lot [des Lotes, des Lots; die Lote, die Lots, —]Substantiv

waterplas substantief

die See [der See; —]Substantiv

waterplas m

der Teich [des Teiches, des Teichs; die Teiche]Substantiv

der Tümpel [des Tümpels; die Tümpel]Substantiv

der Weiher [des Weihers; die Weiher]Substantiv

waterscheerling m

der Schierling [des Schierlings; die Schierlinge]Substantiv

waterschuw bijvoeglijk naamwoord

wasserscheu [wasserscheuer; am wasserscheuesten]Phrase

watersnood substantief

die Sündflut [der Sündflut; —]Substantiv

waterstof m

der Wasserstoff [des Wasserstoffes, des Wasserstoffs; —]Substantiv

waterval substantief

die Kaskade [der Kaskade; die Kaskaden]Substantiv

waterval m

der Wasserfall [des Wasserfalles, des Wasserfalls; die Wasserfälle]Substantiv

waterverfschilderij o

das Aquarell [des Aquarells; die Aquarelle]Substantiv

waterverftekening o

das Aquarell [des Aquarells; die Aquarelle]Substantiv

watervrij

Wasserfrei

waterweg substantief

die Wasserstraße [der Wasserstraße; die Wasserstraßen]Substantiv

waterzucht substantief

die Wassersucht [der Wassersucht; —]Substantiv

watten substantief

die Watte [der Watte; die Watten]Substantiv

watteren werkwoord

wattieren [wattierte; hat wattiert]Verb

afwateren werkwoord

drainieren

afwateren v

entwässern [entwässerte; hat entwässert]Verb

doorhetwaterplassen v

paddeln [paddelte; hat/ist gepaddelt]Verb

grotewaterval

Augenstar

grotewaterval m

der Katarakt [des Katarakts, des Kataraktes, des Katarakt; die Katarakte]Substantiv

hoogwater substantief

die Flut [der Flut; die Fluten]Substantiv

inkokendwaterdoen v

brühen [brühte; hat gebrüht]Verb

karwats substantief

die Karbatsche [der Karbatsche; die Karbatschen]Substantiv

kilowattuur substantief

die Kilowattstunde [der Kilowattstunde; die Kilowattstunden]Substantiv

metwat

womit

onderwaterzetten

entauchen

onderwaterzetten v

tauchen [tauchte; hat getaucht]Verb

untertauchen [tauchte unter; hat/ist untergetaucht]Verb

vanwat

wovon

vanwat interrogative word

worausinterrogative word

verwaten bijvoeglijk naamwoord

anmaßend [anmaßender; am anmaßendsten]Adjektiv

hochfahrendAdjektiv

hochmütig [hochmütiger; am hochmütigsten]Adjektiv

impertinent [impertinenter; am impertinentesten]Adjektiv

123