Holland-Angol szótár »

je angolul

HollandAngol
aambeeldsbeentje substantief
{n}

anvil(bone in inner ear)
noun
[UK: ˈæn.vɪl] [US: ˈæn.vəl]

aanbeeldsbeentje substantief
{n}

anvil(bone in inner ear)
noun
[UK: ˈæn.vɪl] [US: ˈæn.vəl]

aanmaakblokje substantief
{n}

firelighter(small block of flammable substance, used to light fires)
noun
[UK: ˈfaɪə.laɪ.tə(r)] [US: ˈfaɪə.laɪ.tər]

aard van het beestje substantief
{m}

nature of the beast(unchangeable nature)
noun

aardmannetje substantief
{n}

goblin [goblins](hostile diminutive humanoid in fantasy literature)
noun
[UK: ˈɡɒ.blɪn] [US: ˈɡɑː.ˌblɪn]

imp(small, mischievous sprite or a malevolent supernatural creature)
noun
[UK: ɪmp] [US: ˈɪmp]

aartje substantief
{n}

spikelet [spikelets](botany: secondary spike)
noun
[UK: spˈaɪklət] [US: spˈaɪklət]

abject bijvoeglijk naamwoord

abject(existing in or sunk to a low condition, position, or state, see also: contemptible; despicable; miserable)
adjective
[UK: ˈæb.dʒekt] [US: ˈæb.dʒekt]

achterafstraatje substantief
{n}

back street(small and narrow street)
noun

adjectief substantief
{n}

adjective [adjectives]((grammar) a word that modifies a noun or describes a noun’s referent)
noun
[UK: ˈæ.dʒɪk.tɪv] [US: ˈæ.dʒɪk.tɪv]

adjectivisch bijvoeglijk naamwoord

adjectival(functioning as an adjective)
adjective
[UK: ˌæ.dʒɪk.ˈtaɪv.l̩] [US: ˌæ.dʒɪk.ˈtaɪv.l̩]

afdankertje substantief
{n}

hand-me-down [hand-me-downs](a piece of clothing that is passed along for a younger sibling to use)
noun
[UK: ˈhænd mɪ daʊn] [US: ˈhænd mɪ daʊn]

afrikaantje substantief

marigold [marigolds](Tagetes)
noun
[UK: ˈmæ.rɪ.ɡəʊld] [US: ˈmæ.rɪɡoʊld]

afspraakje substantief
{n}

date [dates](pre-arranged social meeting)
noun
[UK: deɪt] [US: ˈdeɪt]

afvoerend kanaaltje substantief

efferent ductnoun

afzakkertje substantief
{n}

one for the road(a final drink before one leaves)
noun

akkefietje substantief
{n}

fluff [fluffs](something inconsequential)
noun
[UK: flʌf] [US: ˈfləf]

al je eieren in één mand zetten werkwoord

put all one's eggs in one basket(to rely on a single source)
verb
[UK: ˈpʊt ɔːl wʌnz eɡz ɪn wʌn ˈbɑː.skɪt] [US: ˈpʊt ɔːl wʌnz ˈeɡz ɪn wʌn ˈbæ.skət]

alfamannetje substantief
{n}

alpha male(dominant male animal)
noun
[UK: ˈæl.fə meɪl] [US: ˈæl.fə ˈmeɪl]

Algerije eigennam
{n}

Algeria(country)
proper noun
[UK: æl.ˈdʒɪə.riə] [US: æl.ˈdʒɪ.riə]

alle gekheid op een stokje bijwoord

all kidding aside(idiom, speech act)
adverb

allegaartje substantief
{n}

mishmash [mishmashes](a collection of miscellany)
noun
[UK: ˈmɪ.ʃmæʃ] [US: ˈmɪʃ.ˌmæʃ]

allegaartje bijvoeglijk naamwoord
{n}

ragtag(very diverse; having irregular and dissimilar components)
adjective
[UK: ˈræɡ.tæɡ] [US: ˈræg.ˌtæɡ]

alpenroosje substantief

rhododendron [rhododendrons](flowering shrub in the genus Rhododendron)
noun
[UK: ˌrəʊ.də.ˈden.drən] [US: ˌroʊ.də.ˈden.drən]

als een lopend vuurtje werkwoord
{n}

spread like wildfire(spread or disseminate rapidly or uncontrollably)
verb
[UK: spred ˈlaɪk ˈwaɪld.faɪə(r)] [US: ˈspred ˈlaɪk ˈwaɪld.ˌfaɪər]

als je het over de duivel hebt phrase

speak of the devil(expression used when a person mentioned in the current conversation happens to arrive)
phrase

als je het venster niet had geopend/niet zou hebben geopend werkwoord

would(indicating an action or state that is conditional on another)
verb
[UK: wʊd] [US: ˈwʊd]

als mijn tante wieltjes had phrase

if my aunt had balls, she'd be my uncle(proverb)
phrase

als puntje bij paaltje komt phrase

when push comes to shove(when the pressure is on)
phrase

alsjeblieft phrase

here you are(said when handing something over)
phrase
[UK: hɪə(r) juː ə(r)] [US: hɪər ˈjuː ˈɑːr]

alsjeblieft bijwoord

please(interjection to make a polite request)
adverb
[UK: pliːz] [US: ˈpliːz]

aluhoedje substantief

crank [cranks](pseudoscience advocate)
noun
[UK: kræŋk] [US: ˈkræŋk]

aluhoedje substantief
{n}

conspiracy theorist(one who believes in a conspiracy theory)
noun

anjelier substantief
{m} {f}

carnation [carnations](plant)
noun
[UK: kɑː.ˈneɪʃ.n̩] [US: karˈneɪʃ.n̩]

anjer substantief

pink [pinks](flower)
noun
[UK: pɪŋk] [US: ˈpɪŋk]

anjer substantief
{m} {f}

carnation [carnations](plant)
noun
[UK: kɑː.ˈneɪʃ.n̩] [US: karˈneɪʃ.n̩]

apenstaartje substantief

at sign(name of the symbol @)
noun
[UK: ət saɪn] [US: ət ˈsaɪn]

appeltje eitje bijvoeglijk naamwoord
{n}

easy peasyadjective

appeltje voor de dorst substantief

nest egg(savings)
noun
[UK: nest eɡ] [US: ˈnest ˈeɡ]

appje substantief
{n}

WhatsApp(message)
noun

1234