Holland | Angol |
---|---|
het neusje van de zalm substantief | cream of the crop(the best) the bee's knees(something excellent, outstanding) |
het niet eens zijn werkwoord | disagree [disagreed, disagreeing, disagrees](to fail to agree) |
het OK krijgen substantief {n} | green light(permission) |
het oneens zijn werkwoord | disagree [disagreed, disagreeing, disagrees](to fail to agree) |
het onze pronoun | ours(that which belongs to us) |
het op een lopen zetten werkwoord | skedaddle [skedaddled, skedaddling, skedaddles](move or run away quickly) |
het opgaan in substantief {n} | absorption [absorptions](entire occupation of the mind) |
het opgeven werkwoord | die [died, dying, dies](to break down) |
het oudste beroep ter wereld substantief {n} | world's oldest profession(euphemism for prostitution) |
het overleven werkwoord | keep one's head above water(survive) |
het paard achter de wagen spannen werkwoord | put the cart before the horse(to put things in the wrong order) |
het prijsgeven substantief | abandonment(relinquishment of a right, claim or privilege) |
het roer omgooien werkwoord | about-face(to change opinion or attitude) |
het samenwerken substantief {f} | collaboration [collaborations](act of collaborating) |
het schone geslacht substantief {n} | fair sex(women) |
het spijt me interjection | sorry(expression of regret or sorrow) |
het spijt me phrase | I'm sorry(I'm sorry, I feel bad) |
het terugkrabbelen substantief | cop-out(avoidance or inadequate performance of a task or duty) |
het tij keren werkwoord | turn the tide(to make a change) |
het uitdelen van ambten aan partijgenoten substantief | spoils [spoils](public offices and their benefits regarded as the peculiar property of a successful party or faction.) |
het uwe pronoun | yours(possessive pronoun, plural) |
het vallen van de avond substantief {c} | dark(nightfall) |
het Vaticaan eigennam {n} | Vatican City(State of the Vatican City) |
het verdiept zijn in substantief {n} | absorption [absorptions](entire occupation of the mind) |
het verkrijgen van substantief | attainment [attainments](the act of attaining; the act of arriving at or reaching) |
het verleden substantief | bygone(A person or occurrence that took place in the past) |
het verschil van dag en nacht substantief {n} | chalk and cheese(things that are very different) |
het vetgemeste kalf slachten werkwoord | kill the fatted calf(begin a festive celebration) |
het vuur aan de schenen leggen werkwoord | roast [roasted, roasting, roasts](to admonish someone vigorously) |
het was lekker phrase | it was delicious(phrase said to compliment a meal after eating it) |
het was verrukkelijk phrase | it was delicious(phrase said to compliment a meal after eating it) |
het werd tijd interjection | it's about time(expression of impatience) |
het wiel opnieuw uitvinden werkwoord | reinvent the wheel(do work unnecessarily) |
het woord geven werkwoord | give the floorverb |
het woord hebben werkwoord | have the floorverb |
het woord nemen werkwoord | take the floorverb |
het zal wel determiner | whateverdeterminer |
het zekere voor het onzekere nemen werkwoord | err on the side of caution(to act in the least risky manner) play it safe(take a cautious, risk-free approach) |