Német-Holland szótár »

zu hollandul

NémetHolland
zumeist

maximaal

meestalbijwoord

tenhoogste

zunächst

inhetbijzonder

inzonderheidbijwoord

vooralbijwoord

die Zunahme [der Zunahme; die Zunahmen] Substantiv

aangroeisubstantief

aanwassubstantief

gestaltesubstantief

groeisubstantief

ontwikkelingsubstantief

toenamesubstantief

vergrotingsubstantief

vermeerderingsubstantief

wasdomsubstantief

der Zuname [des Zunamens; die Zunamen] Substantiv

bijnaamm

nden [ndete; hat gendet] Verb

aanflitsenv

aanfloepenv

aangaanv

aanmakenv

aanstekenv

doenontbrandenv

ontbrandenv

ontstekenv

stokenv

der Zunder [des Zunders; die Zunder] Substantiv

tondelm

tonderm

tonderzwamm

zwamm

das ndholz [des ndholzes; die ndhölzer] Substantiv

lucifero

die ndung [der ndung; die ndungen] Substantiv

ontbrandingsubstantief

ontstekingsubstantief

vonkontstekingsubstantief

die Zunft [der Zunft; die nfte] Substantiv

corporatiesubstantief

gildesubstantief

vakverenigingsubstantief

die Zunge [der Zunge; die Zungen] Substantiv

tongsubstantief

zupfen [zupfte; hat gezupft] Verb

rijtenv

scheurenv

zur Last legen

aanrekenenwerkwoord

891011