Német-Holland szótár »

uhr hollandul

NémetHolland
berühren [berührte; hat berührt] Verb

beroerenwerkwoord

bewegenwerkwoord

ontroerenwerkwoord

rakenwerkwoord

toucherenwerkwoord

treffenwerkwoord

die Berührung [der Berührung; die Berührungen] Substantiv

aanrakingsubstantief

contactsubstantief

voelingsubstantief

ein Anschlag ausführen

aanrandenwerkwoord

eenaanslagplegenop

zichvergrijpenaan

ein Attentat ausführen

aanrandenwerkwoord

eenaanslagplegenop

zichvergrijpenaan

einführen [führte ein; hat eingeführt] (in +AKK) Verb

aanleggenv

binnenbrengenv

binnenleidenv

fittenv

inleidenv

installerenv

invoerenv

erfahren [erfuhr; hat erfahren] Verb

deskundigwerkwoord

ervarenwerkwoord

geoefendwerkwoord

horenwerkwoord

vernemenwerkwoord

zaakkundigwerkwoord

fortführen [führte fort; hat fortgeführt] Verb

afleidenwerkwoord

doorgaanwerkwoord

latenafvloeienwerkwoord

verdergaanmetwerkwoord

vervolgenwerkwoord

voortgaanwerkwoord

voortzettenwerkwoord

wegleidenwerkwoord

wegvoerenwerkwoord

fahren [fuhr; hat/ist gefahren] (über +AKK) Verb

chaufferenv

gaanv

karrenv

1234