Német-Holland szótár »

erst hollandul

NémetHolland
der Oberst [des Obersts|Obersten; die Oberste|Obersten] Substantiv

kolonelm
Militär

der Papierstreifen [des Papierstreifens; die Papierstreifen] Substantiv

banderolm

kruisbandm

wikkelm

der Sauerstoff [des Sauerstoffes, des Sauerstoffs; —] Substantiv

zuurstofm

sich erstrecken

lopen

reikenwerkwoord

zichuitstrekken

sich unterstehen

trotserenwerkwoord

sich verständigen

afsprekenwerkwoord

eenschikkingtreffen

elkaarbegrijpen

heteenszijn

overeenkomenwerkwoord

sich zerstreuen

afgeleidworden

zichverstrooien

übersteigen [überstieg; hat/ist überstiegen] Verb

overtreffenv

tebovengaanv

uitblinkenv

uitmuntenv

voorbijstrevenv

der Überstrumpf [des Überstrumpfes|Überstrumpfs; die Überstrümpfe] Substantiv

slobkousm

überstürzen [überstürzte; hat überstürzt] Verb

haastenwerkwoord

versnellenwerkwoord

umherstreifen [streifte umher; ist umhergestreift] Verb

dolenwerkwoord

dwalenwerkwoord

ronddolenwerkwoord

ronddwalenwerkwoord

warenwerkwoord

zwervenwerkwoord

unterstreichen [unterstrich; hat unterstrichen] Verb

onderstrepenv

unterstützen [unterstützte; hat unterstützt] Verb

dragenv

ondersteunenv

ruggesteunenv

schorenv

schragenv

steunenv

stuttenv

der Verstand [des Verstand(e)s; —] Substantiv

betekenism

geest [geesten]m

5678