Német | Holland |
---|---|
anwenden [wandte an/wendete an; hat angewandt/angewendet] Verb | |
anmaßend [anmaßender; am anmaßendsten] Adjektiv | aanmatigendbijvoeglijk naamwoord arrogantbijvoeglijk naamwoord hautainbijvoeglijk naamwoord laatdunkendbijvoeglijk naamwoord verwaandbijvoeglijk naamwoord verwatenbijvoeglijk naamwoord |
anstrengend [anstrengender; am anstrengendsten] Adjektiv | inspannendbijvoeglijk naamwoord zwaarbijvoeglijk naamwoord |
ausschweifend [ausschweifender; am ausschweifendsten] Adjektiv | liederlijkbijvoeglijk naamwoord losbandigbijvoeglijk naamwoord |
bedeutend [bedeutender; am bedeutendsten] Adjektiv | belangrijkbijvoeglijk naamwoord ergbijvoeglijk naamwoord ernstigbijvoeglijk naamwoord voornaambijvoeglijk naamwoord zwaarbijvoeglijk naamwoord zwaarwichtigbijvoeglijk naamwoord |
beenden [beendete; hat beendet] Verb | |
behende | handigbijvoeglijk naamwoord |
Beifall spenden | applaudisserenwerkwoord toejuichenwerkwoord |
beleidigend [beleidigender; am beleidigendsten] Adjektiv | beledigendbijvoeglijk naamwoord grievendbijvoeglijk naamwoord |