liggen betekenis in Engels
| Nederlands | Engels |
|---|---|
| liggen werkwoord | be(occupy a place) drop [dropped, dropping, drops]verb there be(to exist) |
| liggen te wachten werkwoord | await [awaited, awaiting, awaits](transitive: to be in store for) |
| liggend substantief | landscape [landscapes](mode of printing) |
| liggende achtervork substantief {c} | chain stay(horizontal frame tubes) |
| aanliggend bijvoeglijk naamwoord | adjacent(lying next to, close, or contiguous; neighboring) |
| achterliggend bijvoeglijk naamwoord | underlying(implicit) |
| achteroverliggend bijvoeglijk naamwoord | recumbent(lying down) |
| braakliggend bijvoeglijk naamwoord | fallow(of land, left unseeded) waste(barren) |
| er naast liggend bijvoeglijk naamwoord | adjacent(lying next to, close, or contiguous; neighboring) |
| gaan liggen werkwoord | lie down(assume a reclining position) |
| iemand links laten liggen werkwoord | give someone the cold shoulder(snub) |
| klaarliggen werkwoord | await [awaited, awaiting, awaits](transitive: to be in store for) |
| lepeltje-lepeltje liggen werkwoord | spoon [spooned, spooning, spoons](to lie together) |
| omliggend bijvoeglijk naamwoord | surrounding(which surrounds something) |
| onderliggend bijvoeglijk naamwoord | underlying(lying underneath) |
| onderliggende reden substantief | substratum [substrata](a layer that lies underneath another) |
| tegenoverliggend bijvoeglijk naamwoord | opposite(located directly across from) |
| ten grondslag liggen aan werkwoord | underlie [underlay, underlain, underlying, underlies](to serve as a basis of) |
| tussenliggend bijvoeglijk naamwoord | in-between(Lying between) interstitial(of, relating to, or situated in an interstice) |
| voor de hand liggen werkwoord | shine [shone, shone, shining, shines](to be immediately apparent) |
| voor de hand liggend bijvoeglijk naamwoord | obvious(easily discovered or understood; self-explanatory) |
| voordehandliggend bijvoeglijk naamwoord | obvious(easily discovered or understood; self-explanatory) |
