Engels-Nederlands woordenboek »

waste betekenis in Nederlands

EngelsNederlands
waste [wastes] (action of wasting, ineffective use)
noun
[UK: weɪst]
[US: ˈweɪst]

verkwistingsubstantief

verspillingsubstantief

waste (barren)
adjective
[UK: weɪst]
[US: ˈweɪst]

braakliggendbijvoeglijk naamwoord

woestbijvoeglijk naamwoord

waste (excess)
adjective
[UK: weɪst]
[US: ˈweɪst]

overtolligbijvoeglijk naamwoord

waste [wastes] (gradual loss or decay)
noun
[UK: weɪst]
[US: ˈweɪst]

vervalsubstantief

wegkwijningsubstantief

waste [wasted, wasting, wastes] (slang: to kill)
verb
[UK: weɪst]
[US: ˈweɪst]

koud makenwerkwoord

waste [wasted, wasting, wastes] (to decay)
verb
[UK: weɪst]
[US: ˈweɪst]

doen wegkwijnenwerkwoord

waste [wasted, wasting, wastes] (to destroy, see also: devastate; lay waste)
verb
[UK: weɪst]
[US: ˈweɪst]

verwoestenwerkwoord

waste [wasted, wasting, wastes] (to squander)
verb
[UK: weɪst]
[US: ˈweɪst]

verdoenwerkwoord

verklungelenwerkwoord

verkwistenwerkwoord

vermorsenwerkwoord

verspillenwerkwoord

waste [wasted, wasting, wastes] (to weaken)
verb
[UK: weɪst]
[US: ˈweɪst]

verzwakkenwerkwoord

wegkwijnenwerkwoord

waste [wastes] (useless by-products, garbage)
noun
[UK: weɪst]
[US: ˈweɪst]

afvalsubstantief

rommelsubstantief

vuilsubstantief

waste [wastes] (waste land, desolate region)
noun
[UK: weɪst]
[US: ˈweɪst]

woestenijsubstantief

waste away (lose energy)
verb
[UK: weɪst ə.ˈweɪ]
[US: ˈweɪst ə.ˈweɪ]

wegkwijnenwerkwoord

waste of time (pointless or unproductive activity)
noun
[UK: weɪst əv ˈtaɪm]
[US: ˈweɪst əv ˈtaɪm]

tijdverspillingsubstantief
{f}

waste product [waste products] (unwanted material)
noun
[UK: weɪst ˈprɒ.dʌkt]
[US: ˈweɪst ˈprɑː.dəkt]

afvalstofsubstantief
{c}

waste sorting (separation of waste)
noun

afvalscheidingsubstantief

waste time (allow time to elapse in an unproductive manner)
verb
[UK: weɪst ˈtaɪm]
[US: ˈweɪst ˈtaɪm]

tijd verspillenwerkwoord

wasteful (inclined to waste)
adjective
[UK: ˈweɪst.fəl]
[US: ˈweɪst.fəl]

verkwistendbijvoeglijk naamwoord

verspillendbijvoeglijk naamwoord

wasteland [wastelands] (region with no remaining resources; desert)
noun
[UK: ˈweɪst.lænd]
[US: ˈweɪˌst.lænd]

woestenijsubstantief
{f}

wastepaper (unwanted paper that has been discarded)
noun
[UK: ˈweɪst.ˌpe.pə(r)]
[US: ˈweɪst.ˌpe.pər]

oudpapiersubstantief
{n}

waster [wasters] (one that wastes)
noun
[UK: ˈweɪ.stə(r)]
[US: ˈweɪ.stər]

verkwistersubstantief
{m}

bulky waste (a waste type that is too large to be accepted by the regular waste collection)
noun

grofvuilsubstantief
{n}

haste makes waste (being too hasty leads to wasteful mistakes)
phrase
[UK: heɪst ˈmeɪks weɪst]
[US: ˈheɪst ˈmeɪks ˈweɪst]

haast en spoed is zelden goedphrase

haastige spoed is zelden goedphrase

lay waste (to completely destroy)
verb
[UK: leɪ weɪst]
[US: ˈleɪ ˈweɪst]

verwoestenwerkwoord

radioactive waste (type of waste)
noun
[UK: ˌreɪ.dɪəʊ.ˈæk.tɪv weɪst]
[US: ˌreɪ.dɪo.ʊ.ˈæk.tɪv ˈweɪst]

radioactief afvalsubstantief
{n}