Holland | Angol |
---|---|
voorzien werkwoord | accouterverb foresee [foresaw, foreseen, foreseeing, foresees](to anticipate) project [projected, projecting, projects](to make plans for; forecast) provide [provided, providing, provides](to give what is needed or desired) purvey [purveyed, purveying, purveys]verb slate [slated, slating, slates](anticipate or strongly expect) suffice [sufficed, sufficing, suffices](furnish) |
voorzienbaar bijvoeglijk naamwoord | foreseeable(able to be foreseen or anticipated) |
voorziend bijvoeglijk naamwoord | provident(demonstrating consideration for the future) |
voorzienigheid substantief {f} | providence(careful guardianship exercised by a deity) |
voorziening substantief | amenity [amenities](something that makes life easier or more pleasant) |
voorziening substantief {f} | facility [facilities](physical means or contrivance for doing something) utility [utilities](business: areal monopoly provider) |
goed voorzien bijvoeglijk naamwoord | well-endowed(wealthy) |
onvoorzien bijvoeglijk naamwoord | unforeseen(not foreseen) |
onvoorzienbaar bijvoeglijk naamwoord | unforeseeable(incapable of being foreseen) |
van een aureool voorzien werkwoord | halo(encircle with a halo) |
van een troop voorzien werkwoord | trope(to use a trope) |
van franjes voorzien werkwoord | fringe [fringed, fringing, fringes](to decorate with fringe) |
van lijnen voorzien werkwoord | line [lined, lining, lines](to mark with a line) |
zelfvoorzienend bijvoeglijk naamwoord | self-sufficient(able to provide for oneself independently of others) |
zelfvoorziening substantief {f} | self-sufficiency(condition of being self-sufficient) |
zich in zijn levensonderhoud voorzien werkwoord | make a living(earn enough income) |
zuurstofvoorziening substantief | oxygenation [oxygenations](process of treating something with oxygen) |