Holland-Angol szótár »

voltooid angolul

HollandAngol
voltooid bijvoeglijk naamwoord

perfect(grammar: of a tense or verb form: representing a completed action)
adjective
[UK: pə.ˈfekt] [US: pər.ˈfekt]

voltooid deelwoord substantief
{n}

past participlenoun
[UK: pɑːst ˈpɑː.tɪ.sɪp.l̩] [US: ˈpæst ˈpɑːr.tɪ.sɪp.l̩]

voltooid tegenwoordig toekomende tijd substantief

future perfect(a tense that expresses action completed at some time in the future)
noun
[UK: ˈfjuː.tʃə(r) pə.ˈfekt] [US: ˈfjuː.tʃər pər.ˈfekt]

voltooid tegenwoordige tijd substantief

present perfect(tense that expresses action in the past with consequences in the present time)
noun
[UK: prɪ.ˈzent pə.ˈfekt] [US: ˈpre.zənt pər.ˈfekt]

voltooid verleden tijd substantief
{m}

pluperfect tense(tense)
noun
[UK: ˌpluː.ˈpɜː.fɪkt tens] [US: ˌpluː.ˈpɝː.fɪkt ˈtens]

voltooide bijvoeglijk naamwoord

perfect(grammar: of a tense or verb form: representing a completed action)
adjective
[UK: pə.ˈfekt] [US: pər.ˈfekt]

duurvorm onvoltooid tegenwoordige tijd substantief

present continuous(tense that describes an ongoing action in the present)
noun

onvoltooid bijvoeglijk naamwoord

unfinished(not finished)
adjective
[UK: ʌn.ˈfɪ.nɪʃt] [US: ʌn.ˈfɪ.nɪʃt]

onvoltooid deelwoord substantief
{n}

present participle [present participles](verb form that indicates an ongoing action)
noun
[UK: prɪ.ˈzent ˈpɑː.tɪ.sɪp.l̩] [US: ˈpre.zənt ˈpɑːr.tɪ.sɪp.l̩]

onvoltooid tegenwoordige tijd substantief

present imperfect(grammatical tense)
noun

onvoltooid tegenwoordige tijd v O.V.T. substantief

simple present(present tense)
noun

onvoltooid toekomende tijd substantief

simple future(future tense)
noun

onvoltooid toekomstige tijd substantief
{m}

future tense(time form of a verb)
noun
[UK: ˈfjuː.tʃə(r) tens] [US: ˈfjuː.tʃər ˈtens]

onvoltooid verleden tijd substantief

past imperfect tense(grammatical tense)
noun

onvoltooid verleden tijd substantief
{m}

imperfect [imperfects](past tense)
noun
[UK: ɪm.ˈpɜː.fɪkt] [US: ˌɪm.ˈpɝː.fɪkt]

preterite(preterite tense; simple past)
noun
[UK: ˈpre.tə.rɪt] [US: ˈpre.tə.rɪt]

simple past(the simple past tense)
noun
[UK: ˈsɪm.pl̩ pɑːst] [US: ˈsɪm.pl̩ ˈpæst]