Holland | Angol |
---|---|
onrecht substantief {n} | injury [injuries](damage or violation) injustice [injustices](absence of justice) wrong [wrongs](opposite of right) |
onrecht aandoen werkwoord | wrong [wronged, wronging, wrongs](to treat unjustly) |
onrecht doen werkwoord | wrong [wronged, wronging, wrongs](to treat unjustly) |
onrechtmatig bijvoeglijk naamwoord | illegitimate(against the law) |
onrechtmatige daad substantief {f} | tort [torts](law: wrongful act causing injury) wrong [wrongs](something immoral) |
onrechtstreeks bijvoeglijk naamwoord | implied(suggested without being stated directly) |
onrechtstreeks bijwoord | indirectly(in an indirect manner) |
onrechtstreeks; indirect bijvoeglijk naamwoord | indirect(not direct) |
onrechtstreekse vrije trap substantief {m} | indirect free kick(soccer) |
onrechtszekerheid substantief | heterodoxy(the quality of being heterodox) |
onrechtvaardig bijvoeglijk naamwoord | iniquitous(morally objectionable) unjust(not fair, just or right) |