Holland | Angol |
---|---|
meteen bijwoord | at once(immediately) directly(soon; next; when it becomes convenient) immediately(in an immediate manner) straight(directly; without pause, delay or detour) straightway(directly) |
met een abces bijvoeglijk naamwoord | abscessed(of an abscess) |
met een forse beweging de hoogte ingaan werkwoord | swoop [swooped, swooping, swoops]verb |
met een gouden lepel in de mond geboren bijvoeglijk naamwoord | born with a silver spoon in one's mouth(born rich or in a wealthy family) |
met een hangslot afsluiten werkwoord | padlock [padlocked, padlocking, padlocks](to lock using a padlock) |
met een hogere rang preposition | above(higher in rank) |
met een kanon op een mug schieten werkwoord | use a sledgehammer to crack a nut(idiom) |
met een kopwind bijwoord | aback(said of sails pressed backward) |
met een korreltje zout bijwoord | with a grain of salt(with common sense and skepticism) |
met een schone lei beginnen werkwoord | wipe the slate clean(to make a fresh start, forgetting differences) |
met een vork eten werkwoord | fork [forked, forking, forks](to move with fork) |
; The waiter said that he would be right back. - De ober zei dat hij meteen terug zou keren. werkwoord | would(indicating an action in the past that was planned or intended) |