Holland | Angol |
---|---|
christelijk bijvoeglijk naamwoord | gentileadjective |
christelijk Latijn eigennam {n} | Ecclesiastical Latin(Latin language) |
daadwerkelijk bijvoeglijk naamwoord | actual(existing in act or reality, not just potentially) |
daadwerkelijk bijwoord | indeed(modal: truly; in fact; actually) |
dadelijk bijwoord | at once(immediately) directly(soon; next; when it becomes convenient) |
dagdagelijks bijwoord | day in, day outadverb |
dagelijks bijvoeglijk naamwoord | daily(that occurs every day) diurnal(done once every day) |
dagelijks bijwoord | daily(every day) |
dagelijks brood substantief {n} | alimony(the means to support life) |
dagelijkse afwijking substantief {m} | diurnal aberration(deviation) |
de mogelijkheid hebben bijvoeglijk naamwoord | able [abler, ablest](permitted to) |
de werkelijkheid substantief {f} | reality [realities](entirety of all that is real) |
deelwoordelijk bijvoeglijk naamwoord | participial(of or relating to a participle) |
degelijk bijvoeglijk naamwoord | proper(entitled to its name, true) responsible(able to be trusted) robust(evincing strength) |
degelijk bijwoord | roundly(utterly) |
desgelijks bijwoord | as much(the same amount; to the same degree or extent) |
deugdelijk bijvoeglijk naamwoord | adequate(equal to some requirement) healthy [healthier, healthiest](significant, hefty) proper(following the established standards of behavior or manners) wholesome(promoting virtue or being virtuous) |
deugdelijkheid substantief | adequacy [adequacies](sufficiency) |
dichterlijk bijvoeglijk naamwoord | poetic(relating to poetry) |
dierlijk bijvoeglijk naamwoord | animal(of animals) |
dierlijke bijvoeglijk naamwoord | animal(of animals) |
differentiaalvergelijking substantief | differential equation(equation involving the derivatives of a function) |
dochterlijk bijvoeglijk naamwoord | daughterly(of or charasteristic of daughters) filial(pertaining to a son or daughter) |
dodelijk bijvoeglijk naamwoord | deadly [deadlier, deadliest](lethal) lethal(of, pertaining to, or causing death; deadly; mortal; fatal) mortal(causing death; deadly; fatal; killing) pernicious(causing death or injury) truculent(deadly or destructive) |
doenlijk bijvoeglijk naamwoord | feasible(that can be done in practice) possible(capable of being done or achieved; feasible) |
draaglijk bijvoeglijk naamwoord | bearable(able to be borne) endurable(able to be endured; tolerable; bearable) |