English-Dutch dictionary »

nice meaning in Dutch

English	Dutch
nice [nicer, nicest] (attractive) adjective [UK: naɪs] [US: ˈnaɪs]	aantrekkelijkbijvoeglijk naamwoord knapbijvoeglijk naamwoord mooibijvoeglijk naamwoord
Nice (city in France) proper noun [UK: naɪs] [US: ˈnaɪs]	Niceeigennam {n}
nice [nicer, nicest] (having a pleasant taste or aroma) adjective [UK: naɪs] [US: ˈnaɪs]	lekkerbijvoeglijk naamwoord
nice (interjection used to signify approval) interjection [UK: naɪs] [US: ˈnaɪs]	goed zointerjection mooiinterjection netjesinterjection
nice [nicer, nicest] (pleasant) adjective [UK: naɪs] [US: ˈnaɪs]	aangenaambijvoeglijk naamwoord fijnbijvoeglijk naamwoord leukbijvoeglijk naamwoord
Nicene Creed (official creed of the early Christian church stating tenets of the Christian faith) proper noun	geloofsbelijdenis van Niceaeigennam {f} geloofsbelijdenis van Nicea-Constantinopeleigennam {f}
cornice [cornices] (horizontal architectural element) noun [UK: ˈkɔː.nɪs] [US: ˈkɔːr.nɪs]	deklijstsubstantief {f} kroonlijstsubstantief {f}
have a nice day (goodbye) phrase [UK: həv ə naɪs deɪ] [US: həv ə ˈnaɪs ˈdeɪ]	een prettige dag verderphrase
unicellular (having a single cell) adjective [UK: ˌjuː.nɪ.ˈse.ljə.lə(r)] [US: ˌjuː.ˌnɪ.ˈse.ljə.lər]	ééncelligbijvoeglijk naamwoord
unicellular (single-celled organism) noun [UK: ˌjuː.nɪ.ˈse.ljə.lə(r)] [US: ˌjuː.ˌnɪ.ˈse.ljə.lər]	ééncelligesubstantief {m}
Venice (city and province in Italy) proper noun [UK: ˈve.nɪs] [US: ˈve.ˌnɪs]	Venetiëeigennam {n}

Default dictionary:
Theme
Change language (English)
- Magyar
- Nederlands
Own wordlists
- -
Dictionaries
Extras
Impressum
Feedback
Help
News
Data Protection
Terms