Dutch-English dictionary »

netjes meaning in English

DutchEnglish
netjes interjection

nice(interjection used to signify approval)
interjection
[UK: naɪs] [US: ˈnaɪs]

netjes bijvoeglijk naamwoord

demure(modest, quiet, reserved)
adjective
[UK: dɪ.ˈmjʊə(r)] [US: ˌdɪ.ˈmjʊr]

neat [neater, neatest](having a simple elegance or style; clean, trim, tidy, tasteful)
adjective
[UK: niːt] [US: ˈniːt]

dunnetjes bijvoeglijk naamwoord

tenuous(thin in substance or consistency)
adjective
[UK: ˈte.njʊəs] [US: ˈte.njə.wəs]

mannetjes- bijvoeglijk naamwoord

bull(male)
adjective
[UK: bʊl] [US: ˈbʊl]

mannetjesduif substantief
{m}

pigeon [pigeons](bird of the dove and pigeon family Columbidae, see also: dove)
noun
[UK: ˈpɪ.dʒən] [US: ˈpɪ.dʒən]

mannetjeseend substantief
{f}

drake [drakes](male duck)
noun
[UK: dreɪk] [US: ˈdreɪk]

mannetjesgans substantief
{m}

gander [ganders](a male goose)
noun
[UK: ˈɡæn.də(r)] [US: ˈɡæn.dər]

mannetjeskat substantief
{m}

tom [toms](male cat)
noun
[UK: tɒm] [US: ˈtɑːm]

mannetjesvaren substantief
{f}

male fern(Dryopteris filix-mas)
noun
[UK: meɪl fɜːn] [US: ˈmeɪl ˈfɝːn]

mannetjesvarken substantief

boar [boars](male pig)
noun
[UK: bɔː(r)] [US: ˈbɔːr]

minnetjes substantief

trifle [trifles](thing of little importance or worth)
noun
[UK: ˈtraɪ.fəl] [US: ˈtraɪ.fəl]

opgeruimd staat netjes interjection

good riddance(used to indicate that a departure or loss is welcome)
interjection