Angol-Holland szótár »

sic hollandul

AngolHolland
basic (elementary building block)
noun
[UK: ˈbeɪ.sɪk]
[US: ˈbeɪ.sɪk]

basissubstantief

basic (necessary, essential for life or some process)
adjective
[UK: ˈbeɪ.sɪk]
[US: ˈbeɪ.sɪk]

basis-bijvoeglijk naamwoord

elementairbijvoeglijk naamwoord

basic (necessary commodity)
noun
[UK: ˈbeɪ.sɪk]
[US: ˈbeɪ.sɪk]

basisbehoeftesubstantief
{f}

basisonderdeelsubstantief
{n}

basic needs (the absolute minimum resources necessary for long-term physical well-being)
noun

basisbehoeftensubstantief
{f}

biophysical (relating to biophysics)
adjective

biofysischbijvoeglijk naamwoord

biophysicist [biophysicists] (a biologist or physicist whose speciality is biophysics)
noun
[UK: bˌaɪəʊfˈɪzɪsˌɪst]
[US: bˌaɪoʊfˈɪzɪsˌɪst]

biofysicussubstantief
{m}

biophysics (science)
noun
[UK: ˌbaɪo.ˈfɪ.sɪks]
[US: ˌbaɪo.ˈfɪ.sɪks]

biofysicasubstantief
{f}

capsicum [capsicums] (plant of the genus Capsicum (only terms covering capsicum in general apply, NOT species-specific))
noun
[UK: ˈkæp.sɪkəm]
[US: ˈkæp.sɪkəm]

capsicumsubstantief
{n}

carsick (feeling nauseated due to riding in a vehicle)
adjective
[UK: ˈkɑː.sɪk]
[US: ˈkɑːr.sɪk]

wagenziekbijvoeglijk naamwoord

carsickness (motion sickness due to riding in a vehicle)
noun
[UK: ˈkɑː.sɪk.nəs]
[US: ˈkæ.sɪk.nəs]

wagenziektesubstantief
{f}

chamber music noun
[UK: ˈtʃeɪm.bə(r) ˈmjuː.zɪk]
[US: ˈtʃeɪm.bər ˈmjuː.zɪk]

kamermuzieksubstantief
{f}

classical (literature etc)
adjective
[UK: ˈkl̩æ.sɪkl]
[US: ˈkl̩æ.sɪk.l̩]

klassiekbijvoeglijk naamwoord

classical antiquity (the Greco-Roman period of history)
proper noun

klassieke oudheideigennam
{f}

classical guitar (guitar used primarily for classical music)
noun
[UK: ˈkl̩æ.sɪkl ɡɪ.ˈtɑː(r)]
[US: ˈkl̩æ.sɪk.l̩ ɡə.ˈtɑːr]

klassieke gitaarsubstantief
{f} {m}

Classical Latin (Latin language as spoken and written formally)
proper noun

klassiek Latijneigennam
{n}

classical music (music of the classical period)
noun
[UK: ˈkl̩æ.sɪkl ˈmjuː.zɪk]
[US: ˈkl̩æ.sɪk.l̩ ˈmjuː.zɪk]

klassieke muzieksubstantief
{f}

Corsica (island in the Mediterranean)
proper noun
[UK: ˈkɔː.sɪk.ə]
[US: ˈkɔːr.sɪk.ə]

Corsicaeigennam
{n}

Corsican (language)
proper noun
[UK: ˈkɔː.səkən]
[US: ˈkɔːr.səkən]

Corsicaanseigennam
{n}

Corsican (of, from, or pertaining to Corsica)
adjective
[UK: ˈkɔː.səkən]
[US: ˈkɔːr.səkən]

Corsicaansbijvoeglijk naamwoord

Corsican (person from Corsica or of Corsican descent)
noun
[UK: ˈkɔː.səkən]
[US: ˈkɔːr.səkən]

Corsicaansubstantief
{m}

Corsicaansesubstantief
{f}

decompression sickness (condition from rapid decompression)
noun
[UK: ˌdiːk.əm.ˈpreʃ.n̩ ˈsɪk.nəs]
[US: ˌdik.əm.ˈpreʃ.n̩ ˈsɪk.nəs]

caissonziektesubstantief
{f}

desiccate [desiccated, desiccating, desiccates] (to remove moisture from, see also: dry)
verb
[UK: ˈde.sɪk.eɪt]
[US: ˈde.sɪk.eɪt]

dehydrerenwerkwoord

deshydraterenwerkwoord

drogenwerkwoord

ontwaterenwerkwoord

uitdrogenwerkwoord

verdrogenwerkwoord

folk music (contemporary music in traditional style)
noun
[UK: fəʊk ˈmjuː.zɪk]
[US: foʊk ˈmjuː.zɪk]

folksubstantief
{m}

folkmuzieksubstantief
{f}

wereldmuzieksubstantief
{f}

folk music (music originating from a specific region)
noun
[UK: fəʊk ˈmjuː.zɪk]
[US: foʊk ˈmjuː.zɪk]

volksmuzieksubstantief
{f}

forensic (relating to, or used in debate or argument)
adjective
[UK: fə.ˈren.sɪk]
[US: fə.ˈren.sɪk]

retorischbijvoeglijk naamwoord

forensic (relating to the use of science and technology in the investigation and establishment of facts or evidence in a court of law)
adjective
[UK: fə.ˈren.sɪk]
[US: fə.ˈren.sɪk]

forensischbijvoeglijk naamwoord

gerechtelijkbijvoeglijk naamwoord

gerechts-bijvoeglijk naamwoord

geodesic (mathematics: the shortest line between two points on a specific surface)
noun
[UK: ˌdʒiːəʊ.ˈde.sɪk]
[US: ˌdʒiːo.ʊ.ˈde.sɪk]

geodeetsubstantief
{m}

geodesic adjective
[UK: ˌdʒiːəʊ.ˈde.sɪk]
[US: ˌdʒiːo.ʊ.ˈde.sɪk]

geodetischbijvoeglijk naamwoord

123