Angol | Holland |
---|---|
instant (immediate) adjective [UK: ˈɪn.stənt] [US: ˈɪn.stənt] | onmiddelijkbijvoeglijk naamwoord |
instant (imminent) adjective [UK: ˈɪn.stənt] [US: ˈɪn.stənt] | dreigendbijvoeglijk naamwoord op handen zijndbijvoeglijk naamwoord |
instant (momentary) adjective [UK: ˈɪn.stənt] [US: ˈɪn.stənt] | kortstondigbijvoeglijk naamwoord |
instant [instants] (period of time) noun [UK: ˈɪn.stənt] [US: ˈɪn.stənt] | momentsubstantief ogenbliksubstantief poosjesubstantief |
instant (quickly prepared) adjective [UK: ˈɪn.stənt] [US: ˈɪn.stənt] | kant-en-klaarbijvoeglijk naamwoord |
instant (urgent) adjective [UK: ˈɪn.stənt] [US: ˈɪn.stənt] | dringendbijvoeglijk naamwoord ogenblikkelijkbijvoeglijk naamwoord |
instant coffee (beverage) noun [UK: ˈɪn.stənt ˈkɒ.fi] [US: ˈɪn.stənt ˈkɑː.fi] | instantkoffiesubstantief koffiepoedersubstantief oploskoffiesubstantief |
instant noodle (a mass of precooked noodles) noun | instantnoedelssubstantief |
instantaneously (Without any delay) adverb [UK: ˌɪn.stən.ˈteɪ.nɪə.sli] [US: ˌɪn.stən.ˈtæ.niə.sli] | ogenblikkelijkbijwoord |
instanton (A solution to the Yang-Mills field theory equation) noun | instantonsubstantief |