Angol-Holland szótár »

done hollandul

AngolHolland
condone [condoned, condoning, condones] (to forgive)
verb
[UK: kən.ˈdəʊn]
[US: kənˈdoʊn]

gedogenwerkwoord

vergevenwerkwoord

easier said than done (easy to propose, but difficult to accomplish)
adjective
[UK: ˈiː.zɪə(r) ˈsed ðæn dʌn]
[US: ˈiː.ziər ˈsed ˈðæn ˈdən]

makkelijker gezegd dan gedaanbijvoeglijk naamwoord

Indonesia (country)
proper noun
[UK: ˌɪn.də.ˈniː.zɪə]
[US: ˌɪndo.ˈniː.ʒə]

Indonesiëeigennam
{f}

Indonesian [Indonesians] (language)
noun
[UK: ˌɪn.də.ˈniː.zɪən]
[US: ˌɪndo.ˈniː.ʒən]

bahasasubstantief
{n}

Indonesischsubstantief
{n}

Indonesian [Indonesians] (person)
noun
[UK: ˌɪn.də.ˈniː.zɪən]
[US: ˌɪndo.ˈniː.ʒən]

Indonesiërsubstantief
{m}

Indonesischesubstantief
{f}

Indonesian (referring to Indonesia)
adjective
[UK: ˌɪn.də.ˈniː.zɪən]
[US: ˌɪndo.ˈniː.ʒən]

Indonesischbijvoeglijk naamwoord

Indonesischebijvoeglijk naamwoord

Londoner [Londoners] (person from or inhabitant of London)
noun
[UK: ˈlʌn.də.nə(r)]
[US: ˈlʌn.də.nər]

Londenaarsubstantief
{m}

Londensesubstantief
{f}

no sooner said than done (no sooner than something is said it will be done)
phrase
[UK: nəʊ ˈsuː.nə(r) ˈsed ðæn dʌn]
[US: ˈnoʊ ˈsuː.nər ˈsed ˈðæn ˈdən]

zo gezegd zo gedaanphrase

outdo [outdid, outdone, outdoing, outdoes] (to go beyond)
verb
[UK: aʊt.ˈduː]
[US: ˌɑːwt.ˈduː]

overtreffenwerkwoord

overdo [overdid, overdone, overdoing, overdoes] (to do too much of something)
verb
[UK: ˌəʊv.ə.ˈduː]
[US: ˌoʊv.ə.ˈduː]

overdrijvenwerkwoord

pardon [pardoned, pardoning, pardons] (to forgive)
verb
[UK: ˈpɑːd.n̩]
[US: ˈpɑːr.dn̩]

vergevenwerkwoord

pardon [pardoned, pardoning, pardons] (to grant an official pardon)
verb
[UK: ˈpɑːd.n̩]
[US: ˈpɑːr.dn̩]

gratiërenwerkwoord

redo [redid, redone, redoing, redoes] (to do again)
verb
[UK: ˌriː.ˈduː]
[US: ri.ˈduː]

herdoenwerkwoord

Republic of Indonesia (official name of Indonesia)
proper noun

Republiek Indonesiëeigennam
{f}

undo [undid, undone, undoing, undoes] (to reverse)
verb
[UK: ʌn.ˈduː]
[US: ʌn.ˈduː]

ongedaan makenwerkwoord

ontdoenwerkwoord

tenietdoenwerkwoord

undo [undid, undone, undoing, undoes] (to unfasten)
verb
[UK: ʌn.ˈduː]
[US: ʌn.ˈduː]

losmakenwerkwoord

well begun is half done (much depends on the beginning of an endeavour)
phrase

een goed begin is het halve werkphrase

well done (well cooked)
adjective
[UK: wel dʌn]
[US: ˈwel ˈdən]

goed doorbakkenbijvoeglijk naamwoord

well done interjection
[UK: wel dʌn]
[US: ˈwel ˈdən]

goed gedaaninterjection

goed zointerjection

what's done is done phrase

gedane zaken nemen geen keerphrase

12