care hollandul
| Angol | Holland |
|---|---|
| care [cares] (close attention, concern or responsibility) noun [UK: keə(r)] [US: ˈker] | zorgsubstantief |
| care [cared, caring, cares] (to be concerned about) verb [UK: keə(r)] [US: ˈker] | gevenwerkwoord |
| Care Bears (fictional group of multi-colored bear characters) proper noun | Troetelbeertjeseigennam |
| care of (for distribution by (the named intermediary)) preposition | per adrespreposition |
| career [careers] (one's calling in life; a person's occupation) noun [UK: kə.ˈrɪə(r)] [US: kə.ˈrɪr] | carrièresubstantief loopbaansubstantief |
| carefree (worry free, light hearted, etc.) adjective [UK: ˈkeə.friː] [US: ˈker.ˌfri] | onbekommerdbijvoeglijk naamwoord onverschilligbijvoeglijk naamwoord |
| careful (cautious) adjective [UK: ˈkeə.fʊl] [US: ˈker.fəl] | behoedzaambijvoeglijk naamwoord omzichtigbijvoeglijk naamwoord prudentbijvoeglijk naamwoord voorzichtigbijvoeglijk naamwoord |
| careful (meticulous) adjective [UK: ˈkeə.fʊl] [US: ˈker.fəl] | doortastendbijvoeglijk naamwoord grondigbijvoeglijk naamwoord zorgvuldigbijvoeglijk naamwoord |
| carefully (in a careful manner) adverb [UK: ˈkeə.fə.li] [US: ˈker.fə.li] | voorzichtigbijwoord |
| careless (not giving sufficient attention or thought) adjective [UK: ˈkeə.ləs] [US: ˈker.ləs] | achteloosbijvoeglijk naamwoord nalatigbijvoeglijk naamwoord onachtzaambijvoeglijk naamwoord onbedachtzaambijvoeglijk naamwoord onvoorzichtigbijvoeglijk naamwoord |
| carelessness (lack of care) noun [UK: ˈkeə.lə.snəs] [US: ˈker.lə.snəs] | achteloosheidsubstantief onoplettendheidsubstantief onvoorzichtigheidsubstantief |
| carer [carers] (someone who regularly looks after another person) noun [UK: ˈkeə.rə(r)] [US: ˈke.rər] | verzorgersubstantief |
| caress [caressed, caressing, caresses] (touch or kiss lovingly) verb [UK: kə.ˈres] [US: kə.ˈres] | liefkozenwerkwoord |
| caretaker [caretakers] (one who takes care of a person) noun [UK: ˈkeə.teɪkə(r)] [US: ˈker.ˌtekər] | voogdsubstantief |
| caretaking (act of taking care of someone or something) noun | verzorgingsubstantief |
| aftercare (the care given to a patient during recovery) noun [UK: ˈɑːf.tək.eə(r)] [US: ˈɑːrf.tək.eər] | nazorgsubstantief |
| be careful (proceed with caution) interjection | kijk uitinterjection pas opinterjection wees voorzichtiginterjection |
| calcareous (resembling or containing limestone) adjective [UK: kælˈk.eə.rɪəs] [US: kælˈk.e.riːəs] | kalk-bijvoeglijk naamwoord kalkachtigbijvoeglijk naamwoord kalkhoudendbijvoeglijk naamwoord |
| childcare (supervising young children) noun [UK: ˈtʃaɪldk.eə(r)] [US: ˈtʃaɪldˌker] | kinderopvangsubstantief |
| duty of care (legal obligation) noun | zorgplichtsubstantief zorgvuldigheidsplichtsubstantief |
| eldercare (care for the elderly) noun | ouderenzorgsubstantief |
| foster care (system by which a child is cared for) noun | pleegzorgsubstantief |
