Német-Holland szótár »
tun hollandul
| Német | Holland |
|---|---|
| die Darbietung Substantiv | optredensubstantief presentatiesubstantief uitvoeringsubstantief voorstellingsubstantief |
| die Dichtung [der Dichtung; die Dichtungen] Substantiv | dichtkunstsubstantief gedichtsubstantief poëziesubstantief verssubstantief |
| die Einrichtung [der Einrichtung; die Einrichtungen] Substantiv | akkoordsubstantief inrichtingsubstantief instellingsubstantief maatregelsubstantief organisatiesubstantief regelingsubstantief schikkingsubstantief zettingsubstantief |
| die Enthaltung [der Enthaltung; die Enthaltungen] Substantiv | onthoudingsubstantief terughoudendheidsubstantief |
| die Erkältung [der Erkältung; die Erkältungen] Substantiv | druipneussubstantief neusverkoudheidsubstantief verkoudheidsubstantief |
| die Festung [der Festung; die Festungen] Substantiv | fortsubstantief sterktesubstantief verschansingsubstantief versterkingsubstantief |
| die Gattung [der Gattung; die Gattungen] Substantiv | aardsubstantief slagsubstantief soort [soorten]substantief |
| die Mispel (Gattung) Substantiv | mispelsubstantief |
| die Ziesel (Gattung) Substantiv | |
| die Geltung [der Geltung; —] Substantiv | gehaltesubstantief waardesubstantief |
| die Gesittung [der Gesittung; —] Substantiv | beschavingsubstantief |
| stunden [stundete; hat gestundet] Verb | |
| stinken [stank; hat gestunken] Verb | stinkenwerkwoord |
| die Haltung [der Haltung; die Haltungen] Substantiv | posesubstantief standsubstantief |
