Német-Holland szótár »

tor hollandul

NémetHolland
der Autor [des Autors; die Autoren] Substantiv

bedenkerm

schepperm

schrijverm

die Autorität [der Autorität; die Autoritäten] Substantiv

autoriteitsubstantief

gezagsubstantief

der Diktator [des Diktators; die Diktatoren] Substantiv

dictatorm

der Direktor [des Direktors; die Direktoren] Substantiv

bestuurderm

directeurm

das Direktorium [des Direktoriums; die Direktorien] Substantiv

raadvanbeheero

der Doktor [des Doktors; die Doktoren] Substantiv

arts [artsen]m

doctorm

dokterm

geneesheerm

medicusm

der Elektromotor [des Elektromotors; die Elektromotoren] Substantiv

elektromotorm

der Elevator [des Elevators; die Elevatoren] Substantiv

elevatorm

goederenliftm

der Faktor [des Faktors; die Faktoren] Substantiv

factor [factoren]m

die Faktorei [der Faktorei; die Faktoreien] Substantiv

factorijsubstantief
veraltet

nederzettingsubstantief
veraltet

gestorben Adjektiv

afgestorvenbijvoeglijk naamwoord

doodbijvoeglijk naamwoord

overledenbijvoeglijk naamwoord

terzielebijvoeglijk naamwoord

sterben [starb (stürbe); ist gestorben] Verb

doodgaanv

overlijdenv

stervenv

verscheidenv

versmachtenv

stören [störte; hat gestört] Verb

belemmerenv

belettenv

doorkruisenv

hinderenv

storenv

stremmenv

verhinderenv

verstorenv

der Gladiator [des Gladiators; die Gladiatoren] Substantiv

gladiatorm

zwaardvechterm

Hauptpastor

hogepriesterm

123