Német-Holland szótár »

sicht hollandul

NémetHolland
beaufsichtigen [beaufsichtigte; hat beaufsichtigt] Verb

visiterenwerkwoord

waarnemenwerkwoord

berücksichtigen [berücksichtigte; hat berücksichtigt] Verb

beschouwenv

nagaanv

overwegenv

rekeninghoudenmetv

besichtigen [besichtigte; hat besichtigt] Verb

koekeloerenv

die Absicht haben

vanplanzijn

voorhebbenwerkwoord

voornemenszijn

zichvoorstellen

die Einsicht [der Einsicht; die Einsichten] Substantiv

aanbliksubstantief

bliksubstantief

kijksubstantief

einsichtsvoll

bevattelijk

intelligentbijvoeglijk naamwoord

knap

snuggerbijvoeglijk naamwoord

die Fernsicht [der Fernsicht; die Fernsichten] Substantiv

doorkijksubstantief

perspectiefsubstantief

prospectsubstantief

verschietsubstantief

vooruitzichtsubstantief

das Gesicht [des Gesichtes/Gesichts; die Gesichter] Substantiv

aangezicht [aangezichten]o
veraltet

airo
veraltet

droombeeldo
veraltet

droomgezichto
veraltet

gelaato
veraltet

gelaatsuitdrukkingo
veraltet

gezichto
veraltet

gezichtsvermogeno
veraltet

toeto
veraltet

uiterlijko
veraltet

uitzicht [uitzichten]o
veraltet

visioeno
veraltet

zichto
veraltet

die Gesichtsfarbe [der Gesichtsfarbe; die Gesichtsfarben] Substantiv

teintsubstantief

tintsubstantief

gesichtskreis

gezichtseinderm

horizonm

1234