Német | Holland |
---|---|
gegenseitig Adjektiv | wederzijdsbijvoeglijk naamwoord |
die Gegenseitigkeit [der Gegenseitigkeit; die Gegenseitigkeiten] Substantiv | wederkerigheidsubstantief |
im Jenseits | |
jenseits | overbijwoord overheenbijwoord |
die Kehrseite [der Kehrseite; die Kehrseiten] Substantiv | keerzijdesubstantief |
die Vorderseite [der Vorderseite; die Vorderseiten] Substantiv | frontsubstantief gevelsubstantief voorkantsubstantief voorzijdesubstantief |
wechselseitig Adjektiv | onderlingbijvoeglijk naamwoord overenweerbijvoeglijk naamwoord wederkerigbijvoeglijk naamwoord wederzijdsbijvoeglijk naamwoord |