Német | Holland |
---|---|
pro | binnenbijwoord tebijwoord |
die Probe [der Probe; die Proben] Substantiv | beproevingsubstantief monstersubstantief pogingsubstantief proefsubstantief proefstuksubstantief specimensubstantief staalsubstantief staaltjesubstantief testsubstantief toetssubstantief toetsingsubstantief |
das Probestück [des Probestückes|Probestücks; die Probestücke] Substantiv | |
probieren [probierte; hat probiert] Verb | |
das Problem [des Problems, des Problemes; die Probleme] Substantiv | probleem [problemen]o |
problematisch [problematischer; am problematischsten] Adjektiv | problematischbijvoeglijk naamwoord |
Probst | |
das Produkt [des Produkt(e)s; die Produkte] Substantiv | product [producten]o |
die Produktion [der Produktion; die Produktionen] Substantiv | gewrochtsubstantief opbrengstsubstantief productiesubstantief voortbrengingsubstantief |