Német-Holland szótár »

niere hollandul

NémetHolland
garnieren [garnierte; hat garniert] Verb

uitmonsterenv

genieren [genierte; hat geniert] Verb

belemmerenwerkwoord

hinderenwerkwoord

storenwerkwoord

verstorenwerkwoord

illuminieren [illuminierte; hat illuminiert] Verb

illuminerenv

verlichtenv

imponieren [imponierte; hat imponiert] Verb

imponerenv

indrukmakenopv

imprägnieren [imprägnierte; hat imprägniert] Verb

impregnerenv

internieren [internierte; hat interniert] Verb

internerenv

kombinieren [kombinierte; hat kombiniert] Verb

combinerenv

samenvoegenv

verbindenv

konsternieren [konsternierte; hat konsterniert] Verb

onthutsenwerkwoord

ontstellenwerkwoord

ontzettenwerkwoord

verbijsterenwerkwoord

verbluffenwerkwoord

konvenieren [konvenierte; hat konveniert] Verb

aanstaanwerkwoord

behagenwerkwoord

bevallenwerkwoord

zinnenwerkwoord

die Manier [der Manier; die Manieren] Substantiv

maniersubstantief

trantsubstantief

wijzesubstantief

marinieren [marinierte; hat mariniert] Verb

inleggenv

inmakenv

marinerenv

opponieren [opponierte; hat opponiert] Verb

oppositievoerenv

der Pionier [des Pioniers; die Pioniere] Substantiv

baanbrekerm
Militär

geniesoldaatm
Militär

genistm
Militär

pionierm
Militär

voortrekkerm
Militär

profanieren [profanierte; hat profaniert] Verb

ontheiligenwerkwoord

ontwijdenwerkwoord

profanerenwerkwoord

schendenwerkwoord

verontheiligenwerkwoord

123