Német | Holland |
---|---|
gemütlich [gemütlicher; am gemütlichsten] Adjektiv | bedaardbijvoeglijk naamwoord gerustbijvoeglijk naamwoord gezelligbijvoeglijk naamwoord huiselijkbijvoeglijk naamwoord innigbijvoeglijk naamwoord intiembijvoeglijk naamwoord kalmbijvoeglijk naamwoord knusbijvoeglijk naamwoord rustigbijvoeglijk naamwoord vertrouwelijkbijvoeglijk naamwoord vredigbijvoeglijk naamwoord vreedzaambijvoeglijk naamwoord |