Német | Holland |
---|---|
amen | |
endlos [endloser; am endlosesten] Adjektiv | altijddurendbijvoeglijk naamwoord eindeloosbijvoeglijk naamwoord oneindigbijvoeglijk naamwoord |
englisch [englischer; am englischsten] Adjektiv | Engelsbijvoeglijk naamwoord |
entfernt [entfernter; am entferntesten] Adjektiv | afgelegenbijvoeglijk naamwoord verbijvoeglijk naamwoord verafbijvoeglijk naamwoord verafgelegenbijvoeglijk naamwoord ververwijderdbijvoeglijk naamwoord verwijderdbijvoeglijk naamwoord |
enthaltsam [enthaltsamer; am enthaltsamsten] Adjektiv | matigbijvoeglijk naamwoord onthoudendbijvoeglijk naamwoord |
entlegen [entlegener; am entlegensten] Adjektiv | afgelegenbijvoeglijk naamwoord verbijvoeglijk naamwoord verafbijvoeglijk naamwoord verafgelegenbijvoeglijk naamwoord ververwijderdbijvoeglijk naamwoord verwijderdbijvoeglijk naamwoord |
entscheidend [entscheidender; am entscheidendsten] Adjektiv | afdoendbijvoeglijk naamwoord beslissendbijvoeglijk naamwoord stringentbijvoeglijk naamwoord vanoverwegendbelangbijvoeglijk naamwoord |
entschieden [entschiedener; am entschiedensten] Adjektiv | beslissendbijvoeglijk naamwoord cruciaalbijvoeglijk naamwoord finaalbijvoeglijk naamwoord overtuigendbijvoeglijk naamwoord uitgemaaktbijvoeglijk naamwoord voldongenbijvoeglijk naamwoord |
entsetzlich [entsetzlicher; am entsetzlichsten] Adjektiv | ijselijkbijvoeglijk naamwoord schrikaanjagendbijvoeglijk naamwoord verschrikkelijkbijvoeglijk naamwoord vervaarlijkbijvoeglijk naamwoord vreselijkbijvoeglijk naamwoord |
entzückend [entzückender; am entzückendsten] Adjektiv | beeldigbijvoeglijk naamwoord betoverendbijvoeglijk naamwoord heerlijkbijvoeglijk naamwoord verrukkelijkbijvoeglijk naamwoord |
die Dame [der Dame, der (des) Damespiels; die Damen, —] Substantiv | damesubstantief |