Német-Holland szótár »

akt hollandul

NémetHolland
kompakt [kompakter; am kompaktesten] Adjektiv

dichtbijvoeglijk naamwoord

praktisch [praktischer; am praktischsten] Adjektiv

praktischbijvoeglijk naamwoord

taktlos [taktloser; am taktlosesten] Adjektiv

tactloosbijvoeglijk naamwoord

anhaken [hakte an; hat angehakt] Verb

aanhakenv

enterenv

hakenv

vasthakenv

der Autodidakt [des Autodidakten; die Autodidakten] Substantiv

autodidactm

die Bakterie [der Bakterie; die Bakterien] Substantiv

bacteriesubstantief

die Bakterienkunde Substantiv

bacteriologiesubstantief

der Charakter [des Charakters; die Charaktere] Substantiv

aardm

geaardheidm

karakterm

charakterisieren [charakterisierte; hat charakterisiert] (Akkusativ) Verb

karakteriserenv

kenmerkenv

tekenenv

typerenv

der Chefredakteur [des Chefredakteurs; die Chefredakteure] Substantiv

hoofdredacteurm

der Daktylus [des Daktylus; die Daktylen] Substantiv

dactylusm

die Didaktik [der Didaktik; die Didaktiken] Substantiv

didactieksubstantief

der das Extrakt [des Extrakts, des Extrakts, des Extraktes, des Extraktes; die Extrakte] Substantiv

extractm

uittrekselm

faktisch Adjektiv

daadwerkelijkbijvoeglijk naamwoord

effectiefbijvoeglijk naamwoord

feitelijkbijvoeglijk naamwoord

werkelijkbijvoeglijk naamwoord

der Faktor [des Faktors; die Faktoren] Substantiv

factor [factoren]m

die Faktorei [der Faktorei; die Faktoreien] Substantiv

factorijsubstantief
veraltet

nederzettingsubstantief
veraltet

die Faktura [der Faktura; die Fakturen] Substantiv

factuursubstantief

notasubstantief

rekeningsubstantief

warenlijstsubstantief

die Fraktion [der Fraktion; die Fraktionen] Substantiv

breuksubstantief

fractiesubstantief

partijsubstantief

stemsubstantief

haken [hakte; hat gehakt] Verb

hakenwerkwoord

Hauptredakteur

hoofdredacteurm

der Kaktus [des Kaktus/(umgangssprachlich und österreichisch auch:) Kaktusses; die Kakteen/(umgangssprachlich auch:) Kaktusse] Substantiv

cactusm

123