Nederlands-Engels woordenboek »

rouw betekenis in Engels

NederlandsEngels
vertrouwen hebben in substantief

trust [trusts]noun
[UK: trʌst] [US: ˈtrəst]

visvrouw substantief

fishwife(a woman who sells or works with fish)
noun
[UK: ˈfɪ.ʃwaɪf] [US: ˈfɪ.ʃwaɪf]

vol vertrouwen bijvoeglijk naamwoord

confident(being very sure of or positive about something)
adjective
[UK: ˈkɒn.fɪ.dənt] [US: ˈkɑːn.fə.dənt]

vroedvrouw substantief
{f}

midwife [midwives](person who assists women in childbirth)
noun
[UK: ˈmɪ.dwaɪf] [US: ˈmɪ.ˌdwaɪf]

vrouw substantief
{f}

female [females](one of the feminine sex or gender)
noun
[UK: ˈfiː.meɪl] [US: ˈfiː.ˌmel]

wife [wives](married woman)
noun
[UK: waɪf] [US: ˈwaɪf]

woman [women](adult female person)
noun
[UK: ˈwʊ.mən] [US: ˈwʊ.mən]

vrouwdragen substantief
{n}

wife carrying(Scandinavian sport)
noun
[UK: waɪf ˈkæ.rɪ.ɪŋ] [US: ˈwaɪf ˈkæ.ri.ɪŋ]

vrouwelijk bijvoeglijk naamwoord

female(belonging to the sex that typically produces eggs, or the gender typically associated with it)
adjective
[UK: ˈfiː.meɪl] [US: ˈfiː.ˌmel]

feminine(of the feminine grammatical gender distinction)
adjective
[UK: ˈfe.mə.nɪn] [US: ˈfe.mə.nən]

vrouwelijke substantief
{n}

feminine [feminines](that which is feminine)
noun
[UK: ˈfe.mə.nɪn] [US: ˈfe.mə.nən]

vrouwelijke brandbestrijder substantief
{f}

firewoman(female firefighter)
noun

vrouwelijke kalkoen substantief
{f}

turkey-hen(female turkey)
noun
[UK: ˈtɜːk.i hen] [US: ˈtɝːk.i ˈhen]

vrouwelijkheid substantief
{?}

femininity [femininities]noun
[UK: ˌfe.mə.ˈnɪ.nɪ.ti] [US: ˌfe.mə.ˈnɪ.nə.ti]

vrouwenarts substantief
{m}

gynaecologist [gynaecologists](specialist in diseases of the female reproductive system)
noun
[UK: ˌɡaɪ.nɪˈk.ɒ.lə.dʒɪst] [US: ˌɡaɪ.nɪˈk.ɒ.lə.dʒɪst]

vrouwenhaat substantief
{m}

misogyny(hatred or contempt for women)
noun
[UK: mɪ.ˈsɒ.dʒɪ.nɪst] [US: ˈmɪ.zə.dʒə.ni]

vrouwenhatend bijvoeglijk naamwoord
{m}

misogynistic(of, relating to, or exhibiting misogyny)
adjective
[UK: mɪ.ˈsɒ.dʒɪ.nɪst] [US: mɪ.ˈsɒ.dʒɪ.nɪst]

vrouwenhater substantief
{m}

misogynist [misogynists](hater of women)
noun
[UK: mɪ.ˈsɒ.dʒɪ.nɪst] [US: ˈmɪ.zə.dʒə.nəst]

vrouwenkruid substantief
{n}

lemon balm(Melissa officinalis)
noun
[UK: ˈle.mən bɑːm] [US: ˈle.mən ˈbɑːm]

vrouwenloper substantief
{m}

womanizer [womanizers](habitual seducer of women)
noun
[UK: ˈwʊ.mə.naɪ.zə(r)] [US: ˈwʊ.mə.ˌnaɪ.zər]

vrouwenmoord substantief
{f}

femicide [femicides](killing of women)
noun

vrouwenstudies substantief
{Pl} {f}

women's studies(academic field)
noun

vrouwenverblijf substantief
{n}

harem [harems](the private part of an Arab household)
noun
[UK: ˈhɑː.riːm] [US: ˈhe.rəm]

vrouwenversierder substantief

philanderer [philanderers](fickle lover)
noun
[UK: fɪ.ˈlæn.də.rə(r)] [US: fɪ.ˈlæn.də.rər]

vrouwtjesduif substantief
{f}

pigeon [pigeons](bird of the dove and pigeon family Columbidae, see also: dove)
noun
[UK: ˈpɪ.dʒən] [US: ˈpɪ.dʒən]

vrouwtjeseend substantief
{f}

duck [ducks](female duck)
noun
[UK: dʌk] [US: ˈdək]

waarheidsgetrouw bijvoeglijk naamwoord

true to life(having the same dimensions as the original)
adjective
[UK: truː tuː laɪf] [US: ˈtruː ˈtuː ˈlaɪf]

wantrouwen werkwoord

distrust [distrusted, distrusting, distrusts](to put no trust in)
verb
[UK: dɪs.ˈtrʌst] [US: ˌdɪ.ˈstrəst]

suspect [suspected, suspecting, suspects](distrust, have doubts about)
verb
[UK: sə.ˈspekt] [US: sə.ˈspekt]

wantrouwen substantief
{n}

distrust(lack of trust or confidence)
noun
[UK: dɪs.ˈtrʌst] [US: ˌdɪ.ˈstrəst]

mistrust(lack of trust)
noun
[UK: ˌmɪs.ˈtrʌst] [US: ˌmɪ.ˈstrʌst]

wantrouwend bijvoeglijk naamwoord

leery [leerier, leeriest](Cautious, hesitant, or nervous about something; having reservations or concerns)
adjective
[UK: ˈlɪ.ri] [US: ˈlɪ.ri]

suspiciousadjective
[UK: sə.ˈspɪ.ʃəs] [US: sə.ˈspɪ.ʃəs]

wantrouwig bijvoeglijk naamwoord

diffident(distrustful)
adjective
[UK: ˈdɪ.fɪ.dənt] [US: ˈdɪ.fɪ.dənt]

wantrouwig bijwoord

suspiciously(In a manner suggesting suspicion)
adverb
[UK: sə.ˈspɪ.ʃə.sli] [US: sə.ˈspɪ.ʃə.sli]

wasserettejuffrouw substantief
{f}

washer [washers](person who washes for a living)
noun
[UK: ˈwɒ.ʃə(r)] [US: ˈwɑː.ʃər]

weervrouw substantief
{f}

meteorologist [meteorologists](weather forecaster)
noun
[UK: ˌmiː.tɪə.ˈrɒ.lə.dʒɪst] [US: ˌmi.tiə.ˈrɑː.lə.dʒəst]

weatherwoman(female weather forecaster)
noun

wil je met me trouwen phrase

will you marry me(marriage proposal)
phrase

zakenvrouw substantief
{f}

businesswoman [businesswomen](woman of business)
noun
[UK: ˈbɪz.nə.ˌswʊ.mən] [US: ˈbɪz.nə.ˌswʊ.mən]

3456

Zoek geschiedenis