Nederlands | Engels |
---|---|
onbaatzuchtigheid substantief {f} | altruism [altruisms](policy that benefits others' interests) |
onbalans substantief {m} {f} | imbalance [imbalances](property of not being in balance) |
onbarmhartig bijvoeglijk naamwoord | pitiless(having no pity) ruthless(without pity or compassion) |
onbeantwoord bijvoeglijk naamwoord | unrequited(not reciprocated) |
onbeantwoordbaar bijvoeglijk naamwoord | unanswerable(not answerable; impossible to answer) |
onbeantwoorde liefde substantief | unrequited love(love that is not reciprocated, even though reciprocation is desired) |
onbebouwd substantief | wildland(natural area) |
onbebouwd bijvoeglijk naamwoord | uncultivated(not cultivated (land)) |
onbedachtzaam bijvoeglijk naamwoord | careless(not giving sufficient attention or thought) |
onbedoeld bijvoeglijk naamwoord | unintentional(not intended or deliberate; inadvertent; unwitting) |
onbedoeld bijwoord | unintentionally(in an unintentional manner) |
onbedoelde bijvoeglijk naamwoord | unintentional(not intended or deliberate; inadvertent; unwitting) |
onbeduidend bijvoeglijk naamwoord | minute [minuter, minutest](very small) petty [pettier, pettiest](of persons or their behaviour: marked by or reflective of undesirably limited interests, sympathies, or views; preoccupied with subjects having little or no importance and not mindful of broader concerns) slight [slighter, slightest](small in amount, insignificant) trivialadjective |
onbeduidende bijvoeglijk naamwoord | minute [minuter, minutest](very small) |
onbeduidendheid substantief | insignificance(quality of being insignificant) |
onbedwingbaar bijvoeglijk naamwoord | irrepressible(not containable or controllable) |
onbegaanbaar bijvoeglijk naamwoord | impracticable(impassable) |
onbegeleid bijvoeglijk naamwoord | unaccompanied(performed without accompaniment) |
onbegrensd bijvoeglijk naamwoord | boundless(without bounds, unbounded) limitless(without limits; boundless) untrammeled(not limited, unrestricted, unrestrained) |
onbegrijpelijk substantief | impenetrable(incomprehensible; inscrutable) |
onbegrijpelijk bijvoeglijk naamwoord | fathomless(unfathomable or incomprehensible) incomprehensible(impossible or very difficult to understand) unfathomable(impossible to fathom; incomprehensible) unintelligible(not intelligible) |
onbehagen substantief {n} | qualm [qualms](sudden feeling of apprehension, doubt, fear etc.) |
onbeheerdheid substantief {m} | abeyance(expectancy; condition of being undetermined) |
onbeheerst onkuis bijvoeglijk naamwoord | wanton(undisciplined) |
onbeholpen bijvoeglijk naamwoord | ham-fisted(lacking skill in physical movement) maladroit(not adroit; clumsy) |
onbeholpenheid substantief {f} | awkwardness(the state or quality of being awkward) |
onbehoorlijk bijvoeglijk naamwoord | fresh [fresher, freshest](rude or inappropriate) unseemly(inconsistent with standards, etc.) |
onbehouwen bijvoeglijk naamwoord | unrefined(of a person: lacking refinement) |
onbekend bijvoeglijk naamwoord | strange [stranger, strangest](not yet part of one’s experience) |