Nederlands-Engels woordenboek »

-al betekenis in Engels

NederlandsEngels
vals alarm substantief

false positive [false positives](result of a test that shows as present something that is absent)
noun
[UK: ˈfɔːls ˈpɒ.zə.tɪv] [US: ˈfɔːls ˈpɑː.zə.tɪv]

van alles en nog wat substantief
{n-Pl}

odds and ends(miscellaneous things)
noun
[UK: ɒdz ənd endz] [US: ˈɑːdz ænd ˈendz]

vloeken als een ketter werkwoord

swear like a trooperverb
[UK: sweə(r) ˈlaɪk ə ˈtruː.pə(r)] [US: ˈswer ˈlaɪk ə ˈtruː.pər]

voor altijd bijwoord

ad infinitum(endlessly)
adverb
[UK: æd ˌɪn.ˈfɪ.nə.təm] [US: ˈæd ˌɪn.ˈfɪ.nə.təm]

Vorstendom Albanië eigennam

Principality of Albania(monarchy in Albania from 1914 to 1925)
proper noun

wat baten kaars en bril als de uil niet zien en wil phrase

there are none so blind as those who will not seephrase

wratten en al inbegrepen bijvoeglijk naamwoord

warts and all(of a description which does not conceal shortcomings or imperfections)
adjective

zaad van alle kwaad substantief

root of all evilnoun
[UK: ruːt əv ɔːl ˈiːv.l̩] [US: ˈruːt əv ɔːl ˈiːv.l̩]

ze niet alle vijf op een rijtje hebben bijvoeglijk naamwoord

one brick short of a full load(not mentally sound; insane)
adjective

ze niet allemaal op een rij hebben werkwoord

not know which end is up(to have no common sense)
verb

zeg mij na alsjeblieft phrase

please repeat after me(phrase)
phrase

zegt u mij na alstublieft phrase

please repeat after me(phrase)
phrase

ziekte van Alzheimer substantief
{?}

Alzheimer's disease(mental disorder from brain tissue changes)
noun
[UK: ˈælts.haɪ.məz dɪ.ˈziːz] [US: ˈælz.ˌhaɪ.mərz ˌdɪ.ˈziːz]

zo ... als bijwoord

as(to such an extent or degree)
adverb
[UK: əz] [US: ˈæz]

zo arm als een kerkrat bijvoeglijk naamwoord

poor as a church mouse(very poor)
adjective
[UK: pʊə(r) əz ə tʃɜːtʃ maʊs] [US: ˈpʊr ˈæz ə ˈtʃɝːtʃ ˈmaʊs]

zo arm als Job bijvoeglijk naamwoord

poor as a church mouse(very poor)
adjective
[UK: pʊə(r) əz ə tʃɜːtʃ maʊs] [US: ˈpʊr ˈæz ə ˈtʃɝːtʃ ˈmaʊs]

poor as Jobadjective

zo gelukkig als een kind bijvoeglijk naamwoord

happy as a clam(very happy and carefree)
adjective

zo goed als bijwoord

almost(very close to)
adverb
[UK: ˈɔːl.məʊst] [US: ˈɔːlmoʊst]

as good as(almost completely)
adverb
[UK: əz ɡʊd əz] [US: ˈæz ˈɡʊd ˈæz]

zo stoned als een garnaal bijvoeglijk naamwoord

high as a kite(extremely high)
adjective

zo ziek als een hond bijvoeglijk naamwoord

sick as a dogadjective

zonder verlies van algemeenheid preposition

without loss of generalitypreposition

zowel … als voegwoord

both … andconjunction

zowel … als ook voegwoord

both … andconjunction

zowel ... als ... voegwoord

both(both...and...)
conjunction
[UK: bəʊθ] [US: boʊθ]

zweten als een otter werkwoord

sweat like a pig(sweat profusely)
verb

234

Zoek geschiedenis