Magyar | Holland |
---|---|
taszít ige | afstoten◼◼◼werkwoord duwen◼◼◼werkwoord stoten◼◼◼werkwoord pushen◼◻◻werkwoord stuwenwerkwoord |
taszít főnév | stuwkracht◼◻◻m stuwing◼◻◻v |
taszítás főnév | schok◼◼◼m afstoting◼◼◼v duw [duwen]◼◼◼m ruk [rukken]m |
taszító melléknév | afstotend◼◼◼bijvoeglijk naamwoord afstotelijk◼◼◻bijvoeglijk naamwoord |
eltaszít ige | afduwen◼◼◼werkwoord afstaanwerkwoord opgevenwerkwoord |
kitaszít ige | uitstoten [stiet uit/stootte uit; h. uitgestoten]werkwoord |
kitaszított | uitgestotene◼◼◼v |
visszataszít ige | afstoten◼◼◼werkwoord |
visszataszító melléknév | afschuwelijk◼◼◼bijvoeglijk naamwoord afstotend◼◼◼bijvoeglijk naamwoord afschrikwekkend◼◼◻bijvoeglijk naamwoord afgrijselijk◼◻◻bijvoeglijk naamwoord repulsief◼◻◻bijvoeglijk naamwoord schunnig◼◻◻bijvoeglijk naamwoord |