Magyar-Holland szótár »

szeg hollandul

MagyarHolland
szeg ige

overtreden◼◼◼werkwoord

breken◼◼◼werkwoord

szeg

spijker◼◼◻

nagel◼◼◻

(be)szeg ige

zomen [zoomde; h. gezoomd]werkwoord

szegecs főnév

niet [nieten]v

szegez ige

spijkeren◼◼◼werkwoord

spijker◼◼◼

(fel)szegez ige

nagelen◼◻◻werkwoord

(oda)szegez ige

nagelenwerkwoord

(rá)szegez ige

nagelenwerkwoord

szegnövénynév
bot

anjelier [anjelieren]v

szegfűbors főnév

piment◼◼◼o

szegszeg főnév

kruidnagel◼◼◼m

teen◼◻◻m

szegély főnév

rand◼◼◼

zoom [zomen]◼◼◼v

zelfkant◼◻◻m

omzoming◼◻◻v

boord [boorden]m m
scheepvaart

restant [restanten]m

szegélyez ige

omranden◼◼◼werkwoord

omzomen◼◼◼werkwoord

zomen [zoomde; h. gezoomd]werkwoord

szegélyez (ruhát) ige

garneren [garneerde; h. gegarneerd]werkwoord

szegélyezés főnév

garnering [garneringen]v

szegélyléc főnév

plint◼◼◼v

lijstm

szegény melléknév

arm◼◼◼bijvoeglijk naamwoord

zielig◼◼◻bijvoeglijk naamwoord

ellendig◼◼◻bijvoeglijk naamwoord

mager◼◻◻bijvoeglijk naamwoord

armoedig◼◻◻bijvoeglijk naamwoord

berooid◼◻◻bijvoeglijk naamwoord

platzak◼◻◻bijvoeglijk naamwoord

kaal◼◻◻

pover◼◻◻bijvoeglijk naamwoord

erbarmelijkbijvoeglijk naamwoord

schunnigbijvoeglijk naamwoord

szegény (ember) főnév

arme◼◼◼m

12