Magyar-Holland szótár »

hív hollandul

MagyarHolland
hív ige

noemen◼◼◼werkwoord

vragen◼◼◻werkwoord

roepen◼◼◻werkwoord

uitnodigen◼◼◻werkwoord

heten◼◼◻werkwoord

oproepen◼◼◻werkwoord

aanroepen◼◼◻werkwoord

opbellen◼◼◻werkwoord

bijeenroepen◼◻◻werkwoord

benoemen◼◻◻werkwoord

overgaan◼◻◻werkwoord

ontbieden◼◻◻werkwoord

afroepen◼◻◻werkwoord

aanbellen◼◻◻werkwoord

opnoemen◼◻◻werkwoord

praaienwerkwoord

hív főnév

roep◼◼◻m

oproep◼◼◻m

hív

een beroep doen op◼◻◻

hívat ige

heten◼◼◼werkwoord

hívek

parochianen◼◼◼

hívek főnév

aanhangm

hívják ige

heten◼◼◼werkwoord

hívnak ige

heten◼◼◼werkwoord

hívni ige

ontbieden◼◼◼werkwoord

hívogat ige

uitnodigen◼◼◼werkwoord

hívom a rendőrséget

ik bel de politie◼◼◼

hívás főnév

oproep◼◼◼m

roep◼◼◻m

reputatie◼◻◻v

hívás ige

oproepen◼◼◼werkwoord

aanroepen◼◼◻werkwoord

hívő főnév

gelovige◼◼◼v

hívő melléknév

gelovig◼◼◻bijvoeglijk naamwoord

...(-nak/-nek) hívnak

ik heet...◼◼◼

archívum főnév

archief◼◼◼o

archiveren◼◼◻werkwoord

behív ige

oproepen◼◼◼werkwoord

bijeenroepen◼◻◻werkwoord

ronselen◼◻◻werkwoord

12