Holland-Német szótár »

rij németül

HollandNémet
krijgen v

empfangen [empfing; hat empfangen]Verb

erhaltenVerb

krijgskunde substantief

die Strategie [der Strategie; die Strategien]Substantiv

krijgstocht m

der Feldzug [des Feldzugs, des Feldzuges; die Feldzüge]Substantiv

krijs o

das Geheul [des Geheules, des Geheuls; —]Substantiv

krijsen werkwoord

gröhlen [grölte; hat gegrölt]Verb

krijt substantief

die Arena [der Arena; die Arenen]Substantiv

die Kreide [der Kreide; die Kreiden]Substantiv

krijt m

der Kampfplatz [des Kampfplatzes; die Kampfplätze]Substantiv

krijten v

weinen [weinte; hat geweint] (um +AKK)Verb

kruiderij substantief

die Spezerei [der Spezerei; die Spezereien]Substantiv

die Würze [der Würze; die Würzen]Substantiv

kruiderij o

das Gewürz [des Gewürzes; die Gewürze]Substantiv

kuiperij substantief

die Böttcherei [der Böttcherei; die Böttchereien]Substantiv

letterdieverij o

das Plagiat [des Plagiat(e)s; die Plagiate]Substantiv

levensbeschrijving substantief

die Biographie [der Biographie; die Biographien]Substantiv

die Lebensbeschreibung [der Lebensbeschreibung; die Lebensbeschreibungen]Substantiv

loterij substantief

die Lotterie [der Lotterie; die Lotterien]Substantiv

die Tombola [der Tombola; die Tombolas]Substantiv

loterij o

das Lotto [des Lottos; die Lottos]Substantiv

luisterrijk bijvoeglijk naamwoord

pompös [pompöser; am pompösesten]Adjektiv

machineschrijven v

tippen [tippte; hat getippt]Verb

mandarijn m

der Mandarin [des Mandarins; die Mandarine]Substantiv

mandarijn(ambtenaar) m

der Mandarin [des Mandarins; die Mandarine]Substantiv

matrijs substantief

die Matrize [der Matrize; die Matrizen]Substantiv

matrijs substantief
Druckwesen

die Mater [der Mater; die Matern]Substantiv

misdrijf m

der Frevel [des Frevels; die Frevel]Substantiv

misdrijf o

das Verbrechen [des Verbrechens; die Verbrechen]Substantiv

das Vergehen [des Vergehens; die Vergehen]Substantiv

misgrijpen v

verfehlen [verfehlte; hat verfehlt]Verb

muiterij substantief

der Aufruhr [des Aufruhrs; die Aufruhre]Substantiv

muiterij m

der Aufstand [des Aufstands/Aufstandes; die Aufstände]Substantiv

muiterij o

die Revolte [der Revolte; die Revolten]Substantiv

neerschrijven v

schreiben [schrieb; hat geschrieben] (an +AKK)Verb

omschrijven v

bestimmen [bestimmte, hat bestimmt]Verb

definieren [definierte; hat definiert]Verb

omschrijving substantief

die Bestimmung [der Bestimmung; die Bestimmungen]Substantiv

omschrijving o

die Paraphrase [der Paraphrase; die Paraphrasen]Substantiv

onbelangrijk

unbeteutend

onbelangrijk bijvoeglijk naamwoord

eitel [eitler; am eitelsten]Adjektiv

78910