Holland-Angol szótár »

wiel angolul

HollandAngol
tandwielstelsel substantief
{n}

gearset(set of gears)
noun

tandwieltand substantief
{m}

cog [cogs](tooth on a gear)
noun
[UK: ˈkɒɡ] [US: ˈkɑːɡ]

tweewieler substantief
{m}

two-wheeler(bicycle or motorcycle)
noun

tweewielig bijvoeglijk naamwoord

birotate(two-wheeled)
adjective

tweewielig rijtuig met koetsier achterop substantief

hansom(a Hansom cab)
noun
[UK: ˈhæn.səm] [US: ˈhæn.səm]

vierwielaandrijving substantief
{f}

four-wheel drive [four-wheel drives](transmission system)
noun
[UK: fɔː(r) ˈwiːl̩ draɪv] [US: ˈfɔːr ˈhwiːl̩ ˈdraɪv]

vierwieler substantief
{m}

four-wheeler(vehicle with four wheels)
noun
[UK: fɔː(r) ˈwiː.lə(r)] [US: ˈfɔːr ˈwiː.lər]

vliegwiel substantief
{n}

flywheel(rotating mass)
noun
[UK: ˈflaɪ.wiːl] [US: ˈflaɪ.ˌwil]

voorwielaandrijving substantief
{f}

front-wheel drive(layout in which only ront wheels drive)
noun
[UK: frʌnt ˈwiːl̩ draɪv] [US: ˈfrənt ˈhwiːl̩ ˈdraɪv]

vrijwielen bijvoeglijk naamwoord

freewheeling(unbounded by rules or conventions)
adjective
[UK: friː.ˈwiːl.ɪŋ] [US: ˈfriː.ˌwil.ɪŋ]

wagenwiel substantief
{n}

cartwheel [cartwheels](wheel of a cart)
noun
[UK: ˈkɑː.twiːl] [US: ˈkɑːr.ˌtwil]

zonnewiel substantief
{n}

sun gear(gear wheel)
noun

12