Holland | Angol |
---|---|
voeg substantief {f} | junction [junctions](the boundary between two materials) |
voegen werkwoord | fay(to join or unite closely or tightly) grout(insert mortar between tiles) |
voegijzer substantief {n} | jointer [jointers]noun pointing-trowel(tool) |
voegmortel substantief {m} | grout(mortar used between tiles) |
voegspecie substantief {f} | grout(mortar used between tiles) |
voegspijker substantief {m} | pointing-trowel(tool) |
voegwoord substantief {n} | conjunction [conjunctions](grammar: word used to join words or phrases) |
aanvoegende wijs substantief {m} | subjunctive moodnoun |
achtervoegsel substantief {n} | extension [extensions](computing: file extension) suffix [suffixes](morpheme added at the end of a word to modify the word's meaning) |
belasting op de toegevoegde waarde substantief {f} | value added tax(tax levied on added value of an exchange, see also: VAT) |
bevoegd bijvoeglijk naamwoord | able [abler, ablest](legally qualified) competent(skilled) qualified(meeting requirements) |
bevoegdheid substantief | competency [competencies](law: meeting specified qualifications to perform) |
bevoegdheid substantief {f} | authority [authorities](power to enforce rules or give orders) competence [competences](the quality or state of being competent for a particular task.) |
bezittelijk bijvoeglijk naamwoord substantief {n} | possessive adjective(possessive determiner) |
bijvoegelijk aanwijzend voornaamwoord substantief {n} | demonstrative adjective(type of adjective) |
bijvoegen werkwoord | append [appended, appending, appends](to add as an accessory) enclose [enclosed, enclosing, encloses](insert) include [included, including, includes]verb |
bijvoegende wijs substantief {m} | subjunctive moodnoun |
bijvoeglijk bijvoeglijk naamwoord | adjectival(functioning as an adjective) |
bijvoeglijk naamwoord substantief {n} | adjective [adjectives]((grammar) a word that modifies a noun or describes a noun’s referent) |
bijvoegsel substantief {n} | codicil [codicils](addition made to a will) |
de daad bij het woord voegen werkwoord | walk the talk(to act in accordance with one's words) |
in de broncode voegen werkwoord | hard code(to insert unchangeable code) |
in voege treden werkwoord | inure [inured, inuring, inures](to take effect, or to benefit someone) |
invoegen werkwoord | include [included, including, includes]verb insert [inserted, inserting, inserts](put in between or into) |
invoegen als sjabloon werkwoord | transclude(substitute input) |
invoegsel substantief {n} | interfix(an empty morph inserted between two morphemes) |
nevenschikkend voegwoord substantief {n} | coordinating conjunction(type of conjunction) |
omvoegsel substantief {n} | circumfix(affix with both a prefixing and suffixing element) |
onbetamelijkonwelvoeglijk bijvoeglijk naamwoord | untoward(unseemly, improper) |
onbevoegd bijvoeglijk naamwoord | unwarranted(being without warrant, authority or guaranty) |
onderschikkend voegwoord substantief {n} | subordinating conjunction(a word establishing the nature of a subordinate clause) |