Holland-Angol szótár »

nee angolul

HollandAngol
gedetineerde substantief

inmate [inmates](one confined to institution, such as a prison)
noun
[UK: ˈɪn.meɪt] [US: ˈɪn.ˌmet]

geëmotioneerd bijvoeglijk naamwoord

affected(emotionally moved, touched)
adjective
[UK: ə.ˈfek.tɪd] [US: ə.ˈfek.təd]

geënsceneerd bijvoeglijk naamwoord

staged(intended for the performance stage)
adjective
[UK: steɪdʒd] [US: ˈsteɪdʒd]

gefascineerd bijvoeglijk naamwoord

rapt(very interested; fascinated)
adjective
[UK: ræpt] [US: ˈræpt]

gefortuneerd bijvoeglijk naamwoord

flush(wealthy or well off)
adjective
[UK: flʌʃ] [US: ˈfləʃ]

gegeneerd bijvoeglijk naamwoord

shy [shyer, shyest]adjective
[UK: ʃaɪ] [US: ˈʃaɪ]

gegeneerde bijvoeglijk naamwoord

shy [shyer, shyest]adjective
[UK: ʃaɪ] [US: ˈʃaɪ]

geïndigneerd bijvoeglijk naamwoord

indignant(angry, infuriated, mad, resentful)
adjective
[UK: ɪn.ˈdɪɡ.nənt] [US: ˌɪn.ˈdɪɡ.nənt]

gekleineerd bijvoeglijk naamwoord

abased(humbled)
adjective
[UK: ə.ˈbeɪst] [US: ə.ˈbeɪst]

Geneefs bijvoeglijk naamwoord

Genevan(pertaining to Geneva)
adjective
[UK: dʒɪ.ˈniː.vən] [US: dʒə.ˈniː.vən]

Geneefse Conventie eigennam
{f}

Geneva Convention(international treaty)
proper noun
[UK: dʒɪ.ˈniː.və kən.ˈven.ʃn̩] [US: dʒə.ˈniː.və kən.ˈven.ʃn̩]

genees uzelf phrase

physician, heal thyselfphrase

genees uzelven; geneesheer phrase

physician, heal thyselfphrase

geneesheer substantief
{m}

physician [physicians](medical doctor)
noun
[UK: fɪ.ˈzɪʃ.n̩] [US: fə.ˈzɪʃ.n̩]

geneeskrachtig bijvoeglijk naamwoord

medicinal(tending to cure disease)
adjective
[UK: mɪ.ˈdɪ.snəl] [US: mə.ˈdɪ.sə.nəl]

geneeskunde {f}

medicine(field of study)
[UK: ˈmed.sn̩] [US: ˈme.dəs.n̩]

geneesmiddel {n}

medicine(substance which promotes healing)
[UK: ˈmed.sn̩] [US: ˈme.dəs.n̩]

geneesmiddel substantief
{n}

drug [drugs](substance used as a medical treatment, see also: medicine)
noun
[UK: ˈdrʌɡ] [US: ˈdrʌɡ]

generationeel bijvoeglijk naamwoord

generational(of, pertaining to, or changing over generations)
adjective
[UK: ˌdʒen.ə.ˈreɪʃ.n̩.əl] [US: ˌdʒen.ə.ˈreɪʃ.n̩.əl]

geo-engineering substantief
{n}

geoengineering(manipulation of environments)
noun

gepassioneerd bijvoeglijk naamwoord

passionate(fired with intense feeling)
adjective
[UK: ˈpæ.ʃə.nət] [US: ˈpæ.ʃə.nət]

gepensioneerd bijvoeglijk naamwoord

superannuated(retired or discarded due to age)
adjective
[UK: ˌsuː.pə.ˈræ.njʊeɪ.tɪd] [US: ˌsuː.pə.ˈræ.njʊeɪ.tɪd]

gepensioneerde substantief
{m} {f}

pensioner [pensioners](someone who lives on a pension)
noun
[UK: ˈpen.ʃnə(r)] [US: ˈpen.ʃə.nər]

geperfectioneerd bijvoeglijk naamwoord

sophisticated(complicated, especially of technology)
adjective
[UK: sə.ˈfɪ.stɪk.eɪ.tɪd] [US: sə.ˈfɪ.stɪˌk.e.təd]

Ghanees bijvoeglijk naamwoord

Ghanaian(of, from, or pertaining to Ghana or the Ghanaian people)
adjective
[UK: ɡɑː.ˈneɪən] [US: ɡə.ˈnaɪən]

Ghanees substantief
{m}

Ghanaian [Ghanaians](person from Ghana or of Ghanaian descent)
noun
[UK: ɡɑː.ˈneɪən] [US: ɡə.ˈnaɪən]

Golf van Guinee eigennam
{m}

Gulf of Guinea(part of the Atlantic Ocean)
proper noun
[UK: ɡʌlf əv ˈɡɪ.ni] [US: ˈɡəlf əv ˈɡɪ.ni]

gravitationeel bijvoeglijk naamwoord

gravitational(pertaining to gravitation)
adjective
[UK: ˌɡræ.vɪ.ˈteɪʃ.n̩əl] [US: ˌɡræ.və.ˈteɪʃ.n̩əl]

grote schorseneer substantief

black salsify(Scorzonera hispanica)
noun
[UK: blæk ˈsæl.sɪ.fi] [US: ˈblæk ˈsæl.sɪ.fi]

Guinee eigennam
{n}

Guinea(short form of the Republic of Guinea)
proper noun
[UK: ˈɡɪ.ni] [US: ˈɡɪ.ni]

Guinee-Bissau eigennam
{n}

Guinea-Bissau(Republic of Guinea-Bissau)
proper noun
[UK: ˈɡɪ.ni bɪˈsaʊ] [US: ˈɡɪ.ni bɪˈsaʊ]

Guinee-Bissaus bijvoeglijk naamwoord

Guinean(from Guinea-Bissau)
adjective
[UK: ˈɡɪ.nɪən] [US: ˈɡɪ.nɪən]

Guineeër substantief
{m}

Guinean(someone from Guinea or of Guinean descent)
noun
[UK: ˈɡɪ.nɪən] [US: ˈɡɪ.nɪən]

Guinees bijvoeglijk naamwoord

Guinean(from Guinea)
adjective
[UK: ˈɡɪ.nɪən] [US: ˈɡɪ.nɪən]

guinees biggetje substantief
{n}

guinea pig [guinea pigs](rodent)
noun
[UK: ˈɡɪ.ni pɪɡ] [US: ˈɡɪ.ni ˈpɪɡ]

Guineese substantief
{f}

Guinean(someone from Guinea or of Guinean descent)
noun
[UK: ˈɡɪ.nɪən] [US: ˈɡɪ.nɪən]

halfneef substantief
{m}

half nephew(son of a half sibling)
noun

harlekijneend substantief

harlequin duck(Histrionicus histrionicus)
noun

het oneens zijn werkwoord

disagree [disagreed, disagreeing, disagrees](to fail to agree)
verb
[UK: ˌdɪ.sə.ˈɡriː] [US: ˌdɪ.sə.ˈɡriː]

honderdeneen substantief

one hundred and one(figure 101)
noun
[UK: wʌn ˈhʌn.drəd ənd wʌn] [US: wʌn ˈhʌn.drəd ænd wʌn]

3456