Holland-Angol szótár »

liggend angolul

HollandAngol
liggend substantief

landscape [landscapes](mode of printing)
noun
[UK: ˈlænd.skeɪp] [US: ˈlænd.ˌskep]

liggende achtervork substantief
{c}

chain stay(horizontal frame tubes)
noun

aanliggend bijvoeglijk naamwoord

adjacent(lying next to, close, or contiguous; neighboring)
adjective
[UK: ə.ˈdʒeɪsnt] [US: ə.ˈdʒeɪ.sənt]

achterliggend bijvoeglijk naamwoord

underlying(implicit)
adjective
[UK: ˌʌn.də.ˈlaɪ.ɪŋ] [US: ˌʌn.dər.ˈlaɪ.ɪŋ]

achteroverliggend bijvoeglijk naamwoord

recumbent(lying down)
adjective
[UK: rɪˈk.ʌm.bənt] [US: rɪˈk.ʌm.bənt]

braakliggend bijvoeglijk naamwoord

fallow(of land, left unseeded)
adjective
[UK: ˈfæ.ləʊ] [US: ˈfæˌlo.ʊ]

waste(barren)
adjective
[UK: weɪst] [US: ˈweɪst]

er naast liggend bijvoeglijk naamwoord

adjacent(lying next to, close, or contiguous; neighboring)
adjective
[UK: ə.ˈdʒeɪsnt] [US: ə.ˈdʒeɪ.sənt]

omliggend bijvoeglijk naamwoord

surrounding(which surrounds something)
adjective
[UK: sə.ˈraʊnd.ɪŋ] [US: sə.ˈraʊnd.ɪŋ]

onderliggend bijvoeglijk naamwoord

underlying(lying underneath)
adjective
[UK: ˌʌn.də.ˈlaɪ.ɪŋ] [US: ˌʌn.dər.ˈlaɪ.ɪŋ]

onderliggende reden substantief

substratum [substrata](a layer that lies underneath another)
noun
[UK: ˌsʌb.ˈstrɑː.təm] [US: ˌsʌb.ˈstrɑː.təm]

tegenoverliggend bijvoeglijk naamwoord

opposite(located directly across from)
adjective
[UK: ˈɒ.pə.zɪt] [US: ˈɑː.pə.zət]

tussenliggend bijvoeglijk naamwoord

in-between(Lying between)
adjective
[UK: ˌɪn.bɪ.ˈtwiːn] [US: bɪ.ˈtwiːn]

interstitial(of, relating to, or situated in an interstice)
adjective
[UK: ˌɪn.tə.ˈstɪʃ.l̩] [US: ˌɪn.tə.ˈstɪʃ.l̩]

voor de hand liggend bijvoeglijk naamwoord

obvious(easily discovered or understood; self-explanatory)
adjective
[UK: ˈɒb.vɪəs] [US: ˈɑːb.viəs]

voordehandliggend bijvoeglijk naamwoord

obvious(easily discovered or understood; self-explanatory)
adjective
[UK: ˈɒb.vɪəs] [US: ˈɑːb.viəs]