Holland-Angol szótár »

actie angolul

HollandAngol
niet actief bijvoeglijk naamwoord

dormant(inactive, asleep, suspended)
adjective
[UK: ˈdɔː.mənt] [US: ˈdɔːr.mənt]

nucleaire reactie substantief
{f}

nuclear reaction(process)
noun
[UK: ˈnjuː.klɪə(r) rɪ.ˈæk.ʃn̩] [US: ˈnuː.kliər ri.ˈæk.ʃn̩]

polymerasekettingreactie substantief
{f}

polymerase chain reaction(technique in molecular biology for creating multiple copies of DNA from a sample)
noun
[UK: ˈpɑː.lə.mə.ˌres tʃeɪn rɪ.ˈæk.ʃn̩] [US: ˈpɑː.lə.mə.ˌres ˈtʃeɪn ri.ˈæk.ʃn̩]

proactief bijvoeglijk naamwoord

proactive(acting in advance)
adjective
[UK: ˌprəʊ.ˈæk.tɪv] [US: ˌproʊ.ˈæk.tɪv]

proactief bijwoord

proactively(in a proactive manner)
adverb
[UK: ˈproˈæk.tɪ.vli] [US: ˈproˈæk.tɪ.vli]

protestactie substantief
{f}

protest [protests]noun
[UK: prə.ˈtest] [US: prə.ˈtest]

radioactief bijvoeglijk naamwoord

radioactive(exhibiting radioactivity)
adjective
[UK: ˌreɪ.dɪəʊ.ˈæk.tɪv] [US: ˌreɪ.dɪo.ʊ.ˈæk.tɪv]

radioactief afval substantief
{n}

radioactive waste(type of waste)
noun
[UK: ˌreɪ.dɪəʊ.ˈæk.tɪv weɪst] [US: ˌreɪ.dɪo.ʊ.ˈæk.tɪv ˈweɪst]

reactie substantief
{f}

reaction [reactions](action in response to an event)
noun
[UK: rɪ.ˈæk.ʃn̩] [US: ri.ˈæk.ʃn̩]

reactieproduct substantief
{n}

product [products](result of chemical reaction)
noun
[UK: ˈprɒ.dʌkt] [US: ˈprɑː.dəkt]

refractie substantief
{f}

refraction [refractions](bending of any wave)
noun
[UK: rɪ.ˈfræk.ʃn̩] [US: rɪ.ˈfræk.ʃn̩]

schemeractief bijvoeglijk naamwoord

crepuscular(active at or around dusk, dawn or twilight)
adjective
[UK: krɪ.ˈpʌ.skjʊ.lə(r)] [US: krɪ.ˈpʌ.skjʊ.lər]

semelfactief substantief
{m}

semelfactive aspect(grammar aspect)
noun

stiptheidsactie substantief
{f}

work-to-rule(labor protest in which the minimum work is carried out)
noun
[UK: ˈwɜːk tuː ruːl] [US: ˈwɝːk ˈtuː ˈruːl]

tactiek substantief

ploy [ploys](strategy, tactic)
noun
[UK: plɔɪ] [US: ˌplɔɪ]

tactiek substantief
{f}

tactic [tactics](action to achieve some end)
noun
[UK: ˈtæk.tɪk] [US: ˈtæk.tɪk]

tactics(the employment of forces)
noun
[UK: ˈtæk.tɪks] [US: ˈtæk.tɪks]

tactiek substantief
{n}

policy [policies](prudent conduct)
noun
[UK: ˈpɒ.lə.si] [US: ˈpɑː.lə.si]

terughaalactie substantief

recall [recalls](product recall)
noun
[UK: rɪˈk.ɔːl] [US: ˈriːˌkɒl]

tractie substantief
{f}

traction [tractions](adhesive friction of a wheel etc on a surface)
noun
[UK: ˈtræk.ʃn̩] [US: ˈtræk.ʃn̩]

transactie substantief

transaction [transactions]noun
[UK: træn.ˈzæk.ʃn̩] [US: træn.ˈzæk.ʃn̩]

transactie substantief
{f}

settlement agreement(agreement)
noun

12