Holland-Angol szótár »

aan boord angolul

HollandAngol
aan boord preposition

aboard(on board of)
preposition
[UK: ə.ˈbɔːd] [US: ə.ˈbɔːrd]

aan boord bijvoeglijk naamwoord

on board(on or in a means of transportation)
adjective
[UK: ɒn bɔːd] [US: ɑːn ˈbɔːrd]

aan boord bijwoord

aboard(on board)
adverb
[UK: ə.ˈbɔːd] [US: ə.ˈbɔːrd]

aan boord brengen werkwoord

embarge(to put in a barge)
verb

aan boord gaan werkwoord

board [boarded, boarding, boards](to step or climb onto)
verb
[UK: bɔːd] [US: ˈbɔːrd]