Holland-Angol szótár »

-en angolul

HollandAngol
schering en inslag bijvoeglijk naamwoord

rife(Widespread, common (especially of unpleasant or harmful things))
adjective
[UK: raɪf] [US: ˈraɪf]

Schots-Engels eigennam
{n}

Scotch(dialect)
proper noun
[UK: skɒtʃ] [US: ˈskɑːtʃ]

Servië en Montenegro eigennam

Serbia and Montenegro(former country on the Balkan Peninsula)
proper noun
[UK: ˈsɜː.biə ənd ˌmɑːn.tə.ˈneɪ.ɡrəʊ] [US: ˈsɝː.biə ænd ˌmɑːn.tə.ˈneɪɡro.ʊ]

slag om Engeland eigennam
{m}

Battle of Britain(series of air engagements between the British Royal Air Force and the German Luftwaffe during World War II)
proper noun

spik en span bijvoeglijk naamwoord

spick-and-span(clean, spotless)
adjective
[UK: spɪk ənd spæn] [US: spɪk ænd ˈspæn]

Spitsbergen en Jan Mayen eigennam

Svalbard and Jan Mayen Islands(two distinct dependencies of Norway)
proper noun

spreek je Engels? phrase

do you speak English(do you speak English? (English specifically))
phrase

spreekt hier iemand Engels phrase

does anyone here speak English(does anyone here speak English?)
phrase

spreekt u Engels? phrase

do you speak English(do you speak English? (English specifically))
phrase

sprong met stok en handensteun substantief

vault [vaults](act of vaulting)
noun
[UK: vɔːlt] [US: ˈvɒlt]

steun en toeverlaat substantief

tower of strengthnoun
[UK: ˈtaʊə(r) əv streŋθ] [US: ˈtaʊər əv ˈstreŋkθ]

tieten en kont substantief
{f}

tits and ass(entertainment involving scantily clad women)
noun

toeters en bellen substantief
{Pl}

bells and whistles(extra features added for show rather than function)
noun

tot en met bijvoeglijk naamwoord

up to(as much as, no more than)
adjective
[UK: ʌp.tuː] [US: ʌp.tuː]

Trinidad en Tobago eigennam

Trinidad and Tobago(country)
proper noun
[UK: ˈtrɪ.nɪ.dæd ənd tə.ˈbeɪ.ɡəʊ] [US: ˈtrɪ.nə.ˌdæd ænd tə.ˈbeɪɡo.ʊ]

Turks- en Caicoseilanden eigennam

Turks and Caicos Islands(a British overseas territory in the Caribbean)
proper noun

tussen pest en cholera preposition

between a rock and a hard place(having the choice between two unpleasant options)
preposition

uit-en-te-na bijwoord

comprehensively(in a comprehensive manner)
adverb
[UK: ˌkɒm.prɪ.ˈhen.sɪ.vli] [US: ˌkɑːm.prə.ˈhen.sɪ.vli]

van alles en nog wat substantief
{n-Pl}

odds and ends(miscellaneous things)
noun
[UK: ɒdz ənd endz] [US: ˈɑːdz ænd ˈendz]

van de ene dag op de andere; van vandaag op morgen bijwoord

overnight(in a very short amount of time)
adverb
[UK: ˌəʊv.ə.ˈnaɪt] [US: ˌoʊv.ə.ˈnaɪt]

van de ene kant naar de andere bijwoord

athwart(from side to side, often in an oblique manner, see also: across)
adverb
[UK: ə.ˈθwɔːt] [US: ə.ˈθwɔːrt]

van nul en gener waarde bijvoeglijk naamwoord

null and void(invalid, cancelled, unenforceable)
adjective
[UK: nʌl ənd vɔɪd] [US: ˈnəl ænd ˌvɔɪd]

veel geschreeuw en weinig wol substantief

all talk and no action(idiom)
noun

veilig en wel bijvoeglijk naamwoord

safe and sound(having come to no harm)
adjective
[UK: seɪf ənd ˈsaʊnd] [US: ˈseɪf ænd ˈsaʊnd]

verdeel en heers werkwoord

divide and conquer(Divide and conquer)
verb
[UK: dɪ.ˈvaɪd ənd ˈkɒŋkə(r)] [US: dɪ.ˈvaɪd ænd ˈkɑːŋkər]

divide and rule(Divide and conquer)
verb
[UK: dɪ.ˈvaɪd ənd ruːl] [US: dɪ.ˈvaɪd ænd ˈruːl]

Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Ierland eigennam
{n}

United Kingdom of Great Britain and Irelandproper noun

Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland eigennam
{n}

United Kingdom of Great Britain and Northern Irelandproper noun
[UK: ju.ˈnaɪt.ɪd ˈkɪŋ.dəm əv ˈɡreɪt ˈbrɪt.n̩ ənd ˈnɔː.ðən ˈaɪə.lənd] [US: ju.ˈnaɪt.əd ˈkɪŋ.dəm əv ˈɡreɪt ˈbrɪt.n̩ ænd ˈnɔːr.ðərn ˈaɪər.lənd]

vliegen vang je met stroop en niet met azijn phrase

you can catch more flies with honey than with vinegar(It is easier to persuade others with polite requests and a positive attitude rather than with rude demands and negativity)
phrase

voet- en mondziekte substantief
{f}

hand, foot and mouth disease(syndrome caused by contagious intestinal viruses)
noun

voor- en nadelen substantief

con [cons](disadvantage of something)
noun
[UK: kɒn] [US: ˈkɑːn]

voor dag en dauw bijwoord

bright and earlyadverb

voor en achter een doel schieten werkwoord

straddle [straddled, straddling, straddles](to fire shots in front and behind of a target)
verb
[UK: ˈstræd.l̩] [US: ˈstræd.l̩]

voordelen en nadelen substantief

pros and cons(for and against)
noun
[UK: prəʊz ənd kɒnz] [US: proʊz ænd ˈkɑːnz]

vraag en aanbod substantief

supply and demand(economic model of pricing)
noun
[UK: sə.ˈplaɪ ənd dɪ.ˈmɑːnd] [US: sə.ˈplaɪ ænd ˌdɪ.ˈmænd]

Vrolijk Kerstfeest en een Gelukkig Nieuwjaar! phrase

Merry Christmas and a Happy New Year(traditional greeting for the Christmas and the new year)
phrase
[UK: ˈme.ri ˈkrɪ.sməs ənd ə ˈhæp.i njuː ˈjiə(r)] [US: ˈme.ri ˈkrɪ.sməs ænd ə ˈhæp.i nuː ˈjɪr̩]

Wallis en Futuna eigennam

Wallis and Futuna(an overseas territory of France in Oceania)
proper noun
[UK: ˈwɒ.ˌlɪs ənd] [US: ˈwɒ.ˌlɪs ænd]

wanneer Pasen en Pinksteren op één dag vallen bijwoord

when Hell freezes over(never)
adverb
[UK: wen hel ˈfriː.zɪz ˈəʊv.ə(r)] [US: hwen ˈhel ˈfriː.zəz ˈoʊv.r̩]

when pigs fly(never, expressed by an idiom)
adverb
[UK: wen pɪɡz flaɪ] [US: hwen ˈpɪɡz ˈflaɪ]

wat baten kaars en bril als de uil niet zien en wil phrase

there are none so blind as those who will not seephrase

3456

Korábban kerestél rá