English-Dutch dictionary »

ire meaning in Dutch

EnglishDutch
grey-haired (having grey hair)
adjective
[UK: ɡreɪ heə(r)d]
[US: ˈɡreɪ ˈherd]

grijsharigbijvoeglijk naamwoord

hearing-impaired (hard of hearing)
adjective

slechthorendbijvoeglijk naamwoord

hellfire (fire of hell)
noun
[UK: ˈhel.faɪə(r)]
[US: ˈhel.ˌfaɪr]

hellevuursubstantief
{n}

hire [hires] (a person who has been hired)
noun
[UK: ˈhaɪə(r)]
[US: ˈhaɪər]

werknemersubstantief
{m}

hire [hired, hiring, hires] (to accept employment)
verb
[UK: ˈhaɪə(r)]
[US: ˈhaɪər]

werk aannemenwerkwoord

hire [hired, hiring, hires] (to employ)
verb
[UK: ˈhaɪə(r)]
[US: ˈhaɪər]

aanstellenwerkwoord

aanwervenwerkwoord

hire [hired, hiring, hires] (to exchange the services of for remuneration)
verb
[UK: ˈhaɪə(r)]
[US: ˈhaɪər]

verhurenwerkwoord

hire [hired, hiring, hires] (to obtain the services of in return for fixed payment)
verb
[UK: ˈhaɪə(r)]
[US: ˈhaɪər]

hurenwerkwoord

hire purchase (method of purchasing an item)
noun

huurkoopsubstantief
{m}

Holy Roman Empire (state)
proper noun
[UK: ˈhəʊ.li ˈrəʊ.mən ˈem.paɪə(r)]
[US: ˈhoʊ.li ˈroʊ.mən ˈem.paɪər]

Heilige Roomse Rijkeigennam

I'm tired (I am tired (in need of rest or sleep))
phrase
[UK: aɪm ˈtaɪəd]
[US: ˈaɪm ˈtaɪərd]

ik ben moephrase

ik heb slaapphrase

impaired (rendered less effective)
adjective
[UK: ɪm.ˈpeəd]
[US: ˌɪm.ˈperd]

beschadigdbijvoeglijk naamwoord

verminderdbijvoeglijk naamwoord

verstoordbijvoeglijk naamwoord

verzwaktbijvoeglijk naamwoord

impair [impaired, impairing, impairs] (have a diminishing effect on)
verb
[UK: ɪm.ˈpeə(r)]
[US: ˌɪm.ˈper]

beschadigenwerkwoord

verslechterenwerkwoord

verzwakkenwerkwoord

indirect (not direct)
adjective
[UK: ˌɪn.dɪ.ˈrekt]
[US: ˌɪn.də.ˈrekt]

onrechtstreeks; indirectbijvoeglijk naamwoord

indirect free kick (soccer)
noun

onrechtstreekse vrije trapsubstantief
{m}

indirect object (grammatical term)
noun
[UK: ˌɪn.dɪ.ˈrekt əb.ˈdʒekt]
[US: ˌɪn.də.ˈrekt ˈɑːb.dʒekt]

meewerkend voorwerpsubstantief
{n}

indirectly (in an indirect manner)
adverb
[UK: ˌɪn.dɪ.ˈrekt.li]
[US: ˌɪn.də.ˈrekt.li]

onrechtstreeksbijwoord

Indre-et-Loire (department of Centre, France)
proper noun

Indre-et-Loireeigennam
{n}

inquirer [inquirers] (one who enquires)
noun
[UK: ɪn.ˈkwaɪə.rə(r)]
[US: ˌɪn.ˈkwaɪ.rər]

informateursubstantief
{m}

onderzoekersubstantief
{m}

inspire [inspired, inspiring, inspires] (to infuse by breathing, or as if by breathing)
verb
[UK: ɪn.ˈspaɪə(r)]
[US: ˌɪn.ˈspaɪr]

beademenwerkwoord

inspire [inspired, inspiring, inspires] (to infuse into the mind; to communicate to the spirit)
verb
[UK: ɪn.ˈspaɪə(r)]
[US: ˌɪn.ˈspaɪr]

inspirerenwerkwoord

leave a lot to be desired verb

te wensen overlatenwerkwoord

lira [lire] (basic unit of currency in Turkey)
noun
[UK: ˈlɪə.rə]
[US: ˈlɪ.rə]

lirasubstantief

liresubstantief

long-haired (Having long, uncut hair on the head)
adjective
[UK: ˈlɒŋ heə(r)d]
[US: ˈlɔːŋ ˈherd]

langharigbijvoeglijk naamwoord

millionaire [millionaires] (somebody whose wealth is greater than one million)
noun
[UK: ˌmɪ.lɪə.ˈneə(r)]
[US: ˌmɪ.ljə.ˈner]

miljonairsubstantief
{m}

mire [mires] (deep mud)
noun
[UK: ˈmaɪə(r)]
[US: ˈmaɪr]

moerassubstantief
{n}

multibillionaire (person worth many billions)
noun

multimiljardairsubstantief

multimillionaire (person worth many millions)
noun
[UK: ˌmʌlt.i.ˌmɪl.jə.ˈneə]
[US: ˌmʌlt.i.ˌmɪl.jə.ˈner̩]

multimiljonairsubstantief

no smoke without fire (gossip and accusations are often substantiated by fact)
phrase
[UK: nəʊ sməʊk wɪð.ˈaʊt ˈfaɪə(r)]
[US: ˈnoʊ smoʊk wɪð.ˈaʊt ˈfaɪər]

geen rook zonder vuurphrase

is vuurphrase

waar rook isphrase

4567